Ecologie & verspreiding
Kruiptijm staat op zonnige, droge, warme, uitgesproken stikstof- en voedselarme, kalksteen, soms op duinzand. Ze groeit langs bossen en struwelen, in zeeduinen, op richels en stenige plekken, in kalkgrasland en op kalkhellingen. Het noordwestelijk deel van het verbrokkeld Europees deel van het areaal op het vasteland reikt nog net tot in Zuid-Limburg. De zeer variabele plant, waarvan diverse vormen bestaan, is alleen aangetroffen steile krijthelling bij Gulpen. De zeer geurige plant vormt losse polletjes, waarvan de stengels kruipen en alleen de bloeiwijzen rechtop staan. De stengels zijn rondom behaard, bovenste kelktanden zijn duidelijk langer dan breed en het bovenste paar zijnerven van het blad vormen meestal een duidelijke rand. De voor bemesting zeer gevoelige soort wordt door bijen en hommels bestoven, de gevormde zaden behouden hun kiemkracht slechts korte tijd. Ze worden in de vruchtkelk verspreid door wind, mieren of als klit. Kruiptijm is geliefde bodembedekker en levert veel nectar met een hoog suikergehalte.
Kruiptijm staat op zonnige, droge, warme, uitgesproken stikstof- en voedselarme, kalksteen, soms op duinzand. Ze groeit langs bossen en struwelen, in zeeduinen, op richels en stenige plekken, in kalkgrasland en op kalkhellingen. Het noordwestelijk deel van het verbrokkeld Europees deel van het areaal op het vasteland reikt nog net tot in Zuid-Limburg. De zeer variabele plant, waarvan diverse vormen bestaan, is alleen aangetroffen steile krijthelling bij Gulpen. De zeer geurige plant vormt losse polletjes, waarvan de stengels kruipen en alleen de bloeiwijzen rechtop staan. De stengels zijn rondom behaard, bovenste kelktanden zijn duidelijk langer dan breed en het bovenste paar zijnerven van het blad vormen meestal een duidelijke rand. De voor bemesting zeer gevoelige soort wordt door bijen en hommels bestoven, de gevormde zaden behouden hun kiemkracht slechts korte tijd. Ze worden in de vruchtkelk verspreid door wind, mieren of als klit. Kruiptijm is geliefde bodembedekker en levert veel nectar met een hoog suikergehalte.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,05-0,10 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De stengels kruipen, maar de bloeitoppen richten zich op. Ze hebben stompe kanten, zijn rondom behaard en houtig. Losse polletjes vormend.
Bladeren - De eironde tot rondachtige bladeren zijn van boven behaard en hebben aan de onderkant iets uitspringende nerven.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is bolvormig. De paarse bloemen zijn 6 mm lang. De tanden van de bovenlip van de kelk zijn meer lang dan breed.
Vruchten - Een splitvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge, voedselarme, kalkrijke grond (kalksteen of soms op duinzand).
Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland) en soms in de zeeduinen.
Bloeitijd - juni - juli
Hoogte - 0,05-0,10 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken - De stengels kruipen, maar de bloeitoppen richten zich op. Ze hebben stompe kanten, zijn rondom behaard en houtig. Losse polletjes vormend.
Bladeren - De eironde tot rondachtige bladeren zijn van boven behaard en hebben aan de onderkant iets uitspringende nerven.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is bolvormig. De paarse bloemen zijn 6 mm lang. De tanden van de bovenlip van de kelk zijn meer lang dan breed.
Vruchten - Een splitvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge, voedselarme, kalkrijke grond (kalksteen of soms op duinzand).
Groeiplaats - Grasland (kalkgrasland) en soms in de zeeduinen.
Familie: Lamiaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkgraslanden