Ecologie & verspreiding
Grote sneeuwroem groeit op half beschaduwde, maar soms vrij zonnige plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze grond in bossen, bosranden en grasland bij oude buitenplaatsen, landgoederen, kasteelboerderijen, stadswallen, parkbossen en tuinen. Zij is zeldzaam in Nederland en komt onder andere langs de Utrechtse Vecht en in de binnenduinrand voor. Grote sneeuwroem komt oorspronkelijk uit gebergten in Turkije. Daar staat zij te bloeien in de smeltende sneeuw, zoals de naam al zegt. Eind negentiende eeuw introduceerden Haarlemse bollenhandelaren het bolgewas in Nederland. In Nederland is het inmiddels ingeburgerd als stinzenplant. Grote sneeuwroem kan verward worden met Kleine sneeuwroem, een stinzenplant met kleinere, donkerder blauw gekleurde bloemen met een kleiner, wit hart. Grote sneeuwroem is in de handel als tuinplant verkrijgbaar. Er zijn daar ook verschillende gekweekte variëteiten in roze en wit, soms met grotere bloemen, verkrijgbaar.
Grote sneeuwroem groeit op half beschaduwde, maar soms vrij zonnige plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze grond in bossen, bosranden en grasland bij oude buitenplaatsen, landgoederen, kasteelboerderijen, stadswallen, parkbossen en tuinen. Zij is zeldzaam in Nederland en komt onder andere langs de Utrechtse Vecht en in de binnenduinrand voor. Grote sneeuwroem komt oorspronkelijk uit gebergten in Turkije. Daar staat zij te bloeien in de smeltende sneeuw, zoals de naam al zegt. Eind negentiende eeuw introduceerden Haarlemse bollenhandelaren het bolgewas in Nederland. In Nederland is het inmiddels ingeburgerd als stinzenplant. Grote sneeuwroem kan verward worden met Kleine sneeuwroem, een stinzenplant met kleinere, donkerder blauw gekleurde bloemen met een kleiner, wit hart. Grote sneeuwroem is in de handel als tuinplant verkrijgbaar. Er zijn daar ook verschillende gekweekte variëteiten in roze en wit, soms met grotere bloemen, verkrijgbaar.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - maart - april
Hoogte - 0,10-0,25 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een 1-1,5 cm grote bol.
Stengels/takken - De stengel staat rechtop.
Bladeren - De twee of drie bladen zijn breed lijnvormig, gootvormig, 0,5-1,5 cm breed en met een kapvormige top.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een bloeiwijze met meestal één tot vier bloemen, zelden tot vijftien. De 2-3½ cm grote bloemen zijn helderblauw met een wit hart. De bloemdekbuis is 4-5 mm. De stijl is 1-1½ mm lang.
Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Licht beschaduwde, maar soms vrij zonnige plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze grond.
Groeiplaats - Bossen (bij oude buitenplaatsen), bosranden en grasland (grasvelden). Stinsenmilieus.
Bloeitijd - maart - april
Hoogte - 0,10-0,25 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Een 1-1,5 cm grote bol.
Stengels/takken - De stengel staat rechtop.
Bladeren - De twee of drie bladen zijn breed lijnvormig, gootvormig, 0,5-1,5 cm breed en met een kapvormige top.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een bloeiwijze met meestal één tot vier bloemen, zelden tot vijftien. De 2-3½ cm grote bloemen zijn helderblauw met een wit hart. De bloemdekbuis is 4-5 mm. De stijl is 1-1½ mm lang.
Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Licht beschaduwde, maar soms vrij zonnige plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze grond.
Groeiplaats - Bossen (bij oude buitenplaatsen), bosranden en grasland (grasvelden). Stinsenmilieus.
Familie: Asparagaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: stinseplant