Ecologie & verspreiding
Inkarnaatklaver staat op zonnige, matig droge tot vochtige, kalkarme tot kalkhoudende, voedselarme zandgrond, maar ook op leem, klei en veen (mits voldoende zandig). Ze verdraagt regelmatige maaien slecht. De variabele, een- of tweejarige jarige plant groeit op kliffen, in bermen en bermbeplantingen, in weilanden en akkers, op braakliggende terreinen en langs spoorlijnen. Verder in boszomen, langs Luzerne en andere velden, op stort- en ruderale plaatsen en wordt ook ingezaaid. Ze stamt oorspronkelijk uit het noordelijke deel van Middellandse Zeegebied en is als een belangrijk voedergewas en als groenbemester in de rest van Europa, in Noord-Amerika en Australië terecht gekomen. De soort werd vroeger ook in Nederland verbouwd en wordt tegenwoordig alleen nog efemeer aangetroffen op een aantal plaatsen, vooral veel in het zuidoosten van het land. Het harige taxon is goed herkenbaar aan onder andere het feit dat de bladstelen van onderaf steeds korter worden en aan de donkerrode, eerst bolvormige, later langwerpige bloeiwijze.
Inkarnaatklaver staat op zonnige, matig droge tot vochtige, kalkarme tot kalkhoudende, voedselarme zandgrond, maar ook op leem, klei en veen (mits voldoende zandig). Ze verdraagt regelmatige maaien slecht. De variabele, een- of tweejarige jarige plant groeit op kliffen, in bermen en bermbeplantingen, in weilanden en akkers, op braakliggende terreinen en langs spoorlijnen. Verder in boszomen, langs Luzerne en andere velden, op stort- en ruderale plaatsen en wordt ook ingezaaid. Ze stamt oorspronkelijk uit het noordelijke deel van Middellandse Zeegebied en is als een belangrijk voedergewas en als groenbemester in de rest van Europa, in Noord-Amerika en Australië terecht gekomen. De soort werd vroeger ook in Nederland verbouwd en wordt tegenwoordig alleen nog efemeer aangetroffen op een aantal plaatsen, vooral veel in het zuidoosten van het land. Het harige taxon is goed herkenbaar aan onder andere het feit dat de bladstelen van onderaf steeds korter worden en aan de donkerrode, eerst bolvormige, later langwerpige bloeiwijze.
Familie: Fabaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke akkers