Ecologie & verspreiding
Het uit Zuid-Amerika afkomstige Alligatorkruid is een invasieve water- en landplant. De elliptische bladeren van het Alligatorkruid zijn 3,5 tot 7,1 cm lang en 0,5 en 2 cm breed. De 1,5 cm witte bloemen steken ongeveer 20 cm boven het water uit. De plant heeft tot 10 meter lange holle stolonen die zowel op land als water een dikke, ondoordringbare (drijvende) mat vormen. Hiermee heeft Alligatorkruid een monopolie op licht en ruimte ten opzichte van andere (inheemse) flora en fauna. De landplant vormt een wortelstelsel tot 2 meter diep en kan zo langere tijd tegen droogte. Alligatorkruid groeit vooral in en langs langzaam stromend water, maar komt ook voor in kust-, agrarische- en stedelijke gebieden, bossen en verstoorde gronden. Voor een zoetwaterplant heeft de soort een opmerkelijk hoge zouttolerantie. De optimale groeitemperatuur van deze plant is 30 graden Celsius.
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van Alligatorkruid is het stromingsgebied van de Panamarivier. De soort heeft zich wereldwijd over meer dan 30 landen verspreid dankzij plantfragmenten aan rupsbanden van tanks en via goederen op en ballastwater van schepen. In Europa is Alligatorkruid in Frankrijk en Italië aangetroffen, maar in Nederland vooralsnog niet. Buiten het oorspronkelijk verspreidingsgebied verspreidt de soort zich alleen vegetatief via plantfragmenten. Alleen in China is zaadvorming aangetoond. Sinds 2017 staat de soort op de EU-Unielijst met invasieve exoten. Dit houdt onder meer in dat de soort binnen de EU niet meer mag worden verhandeld en dat lidstaten verplicht zijn om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en indien mogelijk te verwijderen. Is verwijdering niet meer mogelijk dan dient de soort dusdanig beheerd te worden dat verdere verspreiding zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Het uit Zuid-Amerika afkomstige Alligatorkruid is een invasieve water- en landplant. De elliptische bladeren van het Alligatorkruid zijn 3,5 tot 7,1 cm lang en 0,5 en 2 cm breed. De 1,5 cm witte bloemen steken ongeveer 20 cm boven het water uit. De plant heeft tot 10 meter lange holle stolonen die zowel op land als water een dikke, ondoordringbare (drijvende) mat vormen. Hiermee heeft Alligatorkruid een monopolie op licht en ruimte ten opzichte van andere (inheemse) flora en fauna. De landplant vormt een wortelstelsel tot 2 meter diep en kan zo langere tijd tegen droogte. Alligatorkruid groeit vooral in en langs langzaam stromend water, maar komt ook voor in kust-, agrarische- en stedelijke gebieden, bossen en verstoorde gronden. Voor een zoetwaterplant heeft de soort een opmerkelijk hoge zouttolerantie. De optimale groeitemperatuur van deze plant is 30 graden Celsius.
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van Alligatorkruid is het stromingsgebied van de Panamarivier. De soort heeft zich wereldwijd over meer dan 30 landen verspreid dankzij plantfragmenten aan rupsbanden van tanks en via goederen op en ballastwater van schepen. In Europa is Alligatorkruid in Frankrijk en Italië aangetroffen, maar in Nederland vooralsnog niet. Buiten het oorspronkelijk verspreidingsgebied verspreidt de soort zich alleen vegetatief via plantfragmenten. Alleen in China is zaadvorming aangetoond. Sinds 2017 staat de soort op de EU-Unielijst met invasieve exoten. Dit houdt onder meer in dat de soort binnen de EU niet meer mag worden verhandeld en dat lidstaten verplicht zijn om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en indien mogelijk te verwijderen. Is verwijdering niet meer mogelijk dan dient de soort dusdanig beheerd te worden dat verdere verspreiding zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Familie: Amaranthaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)