Douglasspar

Pseudotsuga menziesii


© Hanneke Waller

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - april - mei

Hoogte - tot 35,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig

Wortels -

Stengels/takken - De hoofdtakken staan horizontaal, de zijtakken hangen. De knoppen zijn eivormig, slank, lichtbruin en spits.

Bladeren - De fris geurende naalden staan dicht opeen. Ze zijn 2-4 cm lang, spits en van boven glanzig lichtgroen.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De mannelijke bloemen zijn geel. Je vindt ze aan de onderkant van de scheuten. De vrouwelijke bloemen zijn rood tot rozeachtig. Deze bloemen vind je aan het eind van de scheuten.

Vruchten - Een kegel. Hangende, roodbruine kegels van 5-15 cm lengte met ver uitstekende, naar de top wijzende, drietandige schubben. Naaktzadig. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochthoudende, matig voedselrijke, liefst humusrijke en lemige grond.

Groeiplaats - Bossen (naaldbossen).
Familie: Pinaceae
Groep: N
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: bossen op droge, zure grond
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website