Prikneus

Silene coronaria


© Peter Meininger

Ecologie & verspreiding
Prikneus staat op open, zonnige, droge en goed doorlatende, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zandige of stenige bodems. De overblijvende, maar kortlevende plant groeit in open terreinen en bermen, op braakliggende grond, op hellingen en in struwelen, in lichte bossen en op ruderale en rotsachtige plaatsen. Ze stamt uit Zuid-Europa en West-Azië en wordt al sinds eeuwen als sierplant gebruikt, verwildert vaak en is op tal van plaatsen wereldwijd ingeburgerd. In Nederland is de wintergroene soort zeldzaam ingeburgerd en wel tussen 1975 en 1999. Prikneus behoort evenals als Pekbloem, Rode pekanjer en Echte koekoeksbloem tot die groep van Silenes waarbij het aantal stijlen en het aantal tanden van het kapsel gelijk is (in dit geval dus 5) en is verder goed herkenbaar aan de ongedeelde, paarsrode of witte kroonbladen met stijve, stekende en rechtopstaande, tweedelige bijkroon en de viltige, zilverwit behaarde stengels en bladeren.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - september

Hoogte - 0,40-0,90 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De witviltig, zacht behaarde stengels staan rechtop. De bloemstengels zijn wijd vertakt.

Bladeren - De wollig behaarde bladeren zijn grijs-groen.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Paarsrode of witte kroonbladen met stijve, stekende, tweedelige uitsteeksels in de keel. Met 5 stijlen.

Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zandige of stenige grond.

Groeiplaats - Braakliggende grond, open terreinen en bermen (open plaatsen).
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: muren
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website