Ecologie & verspreiding
Bitterling is een plant van zonnige, open plekken op vochtige tot natte, matig voedselarme, kalkrijke, humusarme zandgrond, met een hoog gehalte aan schelpgruis, en krijtverweringsgrond. Zij groeit op voormalige zandige strandvlakten, in gemaaide of beweide duinvalleien, langs paadjes, in kalkgrasland, op mergel, opgespoten kalkrijke zandgrond en molshopen. In Nederland is Bitterling zeldzaam en komt ze onder meer voor in Zeeuws-Vlaanderen, op Voorne, langs Grevelingen, Volkerak en Markiezaatsmeer, in Zuid-Limburg, Zuid-Kennemerland, bij Amsterdam en in de Lauwersmeer. Bitterling is een zuidelijke soort. Waarschijnlijk is haar toename in Nederland een gevolg van klimaatverandering. Bitterling bestaat in Nederland uit twee ondersoorten: Herfstbitterling en Zomerbitterling. Het verschil zit in de bovenste stengelbladparen en de kelkslippen. Vaak zijn beide ondersoorten niet van elkaar te onderscheiden.
Bitterling is een plant van zonnige, open plekken op vochtige tot natte, matig voedselarme, kalkrijke, humusarme zandgrond, met een hoog gehalte aan schelpgruis, en krijtverweringsgrond. Zij groeit op voormalige zandige strandvlakten, in gemaaide of beweide duinvalleien, langs paadjes, in kalkgrasland, op mergel, opgespoten kalkrijke zandgrond en molshopen. In Nederland is Bitterling zeldzaam en komt ze onder meer voor in Zeeuws-Vlaanderen, op Voorne, langs Grevelingen, Volkerak en Markiezaatsmeer, in Zuid-Limburg, Zuid-Kennemerland, bij Amsterdam en in de Lauwersmeer. Bitterling is een zuidelijke soort. Waarschijnlijk is haar toename in Nederland een gevolg van klimaatverandering. Bitterling bestaat in Nederland uit twee ondersoorten: Herfstbitterling en Zomerbitterling. Het verschil zit in de bovenste stengelbladparen en de kelkslippen. Vaak zijn beide ondersoorten niet van elkaar te onderscheiden.
Familie: Gentianaceae
Groep: S
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: pionier op matig voedselarme, vochtige grond