Gewoon / Vreemd speenkruid

Ficaria verna/ambigua


© Willie Riemsma

Ecologie & verspreiding
Speenkruid is een variabel taxon wat herhaaldelijk is onderverdeeld maar steeds onbevredigend. Volgens de laatste indeling valt het taxon in zeven delen uiteen, die hierbij als ondersoorten worden beschouwd. Het overblijvende taxon staat op zonnige tot beschaduwde, vochtige tot vrij natte, stikstofrijke, zwak zure tot zwak basische, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak lemige tot licht kleiige grond. Het areaal van Speenkruid omvat Europa, W-Siberië, het Middellandse Zeegebied, het aangrenzende Azië en is ingevoerd in Canada, de U.S.A. en Australië. Voor een bevredigende determinatie op subspeciesniveau dient zowel bloeiend als rijpend materiaal verzameld te worden, hetgeen helaas voor een groot deel van de huidige Leidse collectie niet opgaat. De soort is heel algemeen in Nederland. De spenen, bladeren en stengels kunnen gestoomd, geblancheerd of geroosterd gegeten worden en de bloemknoppen in azijn kunnen als kappertjes verorberd worden. Speenkruid werd vroeger medisch aangewend bij de behandeling van aambeien, borstkwalen en scheurbuik.
Familie: Ranunculaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: droge, voedselrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website