Ecologie & verspreiding
Stijve windhalm groeit op zonnige, open plekken op droge, voedselrijke, vaak omgewerkte plekken op zandig, dikwijls stenig, al of niet kalkhoudend substraat. Zij is te vinden in industriegebieden, op braakliggende grond, spoorwegterreinen, enigszins ruderale plekken, in ruigten, op opgespoten zand, in bermen, kustduinen en bouwplaatsen in de stad. In 1943 werd Stijve windhalm in Leiden voor het eerst in Nederland ontdekt. Pas vanaf de jaren tachtig raakte het gras definitief in Nederland thuis. Zij is nu zeer zeldzaam in de stedelijke gebieden van Nederland. Stijve windhalm is typisch voor Amsterdam en omgeving: daarbuiten komt de soort maar nauwelijks voor. Stijve windhalm komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. Stijve windhalm lijkt sterk op het later bloeiende Gewoon langbaardgras. Wanneer het daartussen staat wordt het gemakkelijk over het hoofd gezien.
Stijve windhalm groeit op zonnige, open plekken op droge, voedselrijke, vaak omgewerkte plekken op zandig, dikwijls stenig, al of niet kalkhoudend substraat. Zij is te vinden in industriegebieden, op braakliggende grond, spoorwegterreinen, enigszins ruderale plekken, in ruigten, op opgespoten zand, in bermen, kustduinen en bouwplaatsen in de stad. In 1943 werd Stijve windhalm in Leiden voor het eerst in Nederland ontdekt. Pas vanaf de jaren tachtig raakte het gras definitief in Nederland thuis. Zij is nu zeer zeldzaam in de stedelijke gebieden van Nederland. Stijve windhalm is typisch voor Amsterdam en omgeving: daarbuiten komt de soort maar nauwelijks voor. Stijve windhalm komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. Stijve windhalm lijkt sterk op het later bloeiende Gewoon langbaardgras. Wanneer het daartussen staat wordt het gemakkelijk over het hoofd gezien.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,10-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladeren zijn vlak of opgerold en ongeveer 1 mm breed. Het tongetje is lang.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is smal, sterk samengetrokken en vaak min of meer onderbroken. De pluim heeft korte rechtopstaande zijtakken. De helmknoppen zijn 0,3 tot 0,5 mm lang. De kafnaalden zijn 1 tot 1½ mm lang.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselrijke, vaak omgewerkte, al of niet kalkhoudende grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Braakliggende grond, enigszins ruderale plaatsen, ruigten, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), opgespoten grond (zandopspuitingen), bermen (zandige, omgewoelde plaatsen) en zeeduinen (soms op vrij vochtige, ontzilte stranden).
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,10-0,60 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels -
Stengels/takken -
Bladeren - De bladeren zijn vlak of opgerold en ongeveer 1 mm breed. Het tongetje is lang.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempluim is smal, sterk samengetrokken en vaak min of meer onderbroken. De pluim heeft korte rechtopstaande zijtakken. De helmknoppen zijn 0,3 tot 0,5 mm lang. De kafnaalden zijn 1 tot 1½ mm lang.
Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselrijke, vaak omgewerkte, al of niet kalkhoudende grond (zand en stenige plaatsen).
Groeiplaats - Braakliggende grond, enigszins ruderale plaatsen, ruigten, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), opgespoten grond (zandopspuitingen), bermen (zandige, omgewoelde plaatsen) en zeeduinen (soms op vrij vochtige, ontzilte stranden).
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke ruigten