Bergknautia

Knautia dipsacifolia


© Pieter Stolwijk

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - herfst

Hoogte - 0,15-0,60 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - De donkergroene, vaak paars aangelopen, opstijgende stengels zijn meestal borstelig behaard (bovenaan met donshaar), zelden zijn ze kaal.

Bladeren - De heldergroene, getande, langwerpig-eironde tot lancetvormige, tot 20 cm lange bladen zijn niet gedeeld. Ze zijn naar de voet versmald. De onderste bladen zijn gesteeld (zeer veranderlijk, ook aan dezelfde plant).

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Het platte, blauwviolette bloemhoofdje is 2,5-4 cm in doorsnee. De bloemen worden tot 1,5 cm lang. De buitenste bloemen (randbloemen) zijn vaak niet stralend, maar wel iets groter dan de middelste. Ze hebben acht kelktanden en een behaarde bloembodem.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De nootjes worden door mieren verspreid. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Meestal licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.

Groeiplaats - Bossen (loofbossen en langs bospaden), bosranden, struwelen en grasland (bergweiden).
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: stinseplant
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website