Noordse streepvaren

Asplenium septentrionale


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
Noordse streepvaren geeft de voorkeur aan zonnige, kalkarme, zure, stikstofarme, stenige grond. Ze groeit op oude muren en muurspleten in wijngaarden en tuinen, op kiezelrotsen, op kade- en sluismuren, op puinhellingen en steengruis. De plant hoort thuis in de koude en gematigde streken op het Noordelijke Halfrond. Nederland ligt aan de westgrens van het verbrokkelde Europese deel van het areaal. De soort is zeer zeldzaam en komt verspreid voor in Nederland. Ze is pas sinds 1986 bekend uit ons land en is hierna nog op een aantal plaatsen gevonden, recent ook in Rotterdam. Deze Streepvaren is niet te verwarren met enige andere soort door zijn gegaffelde, donkergroene tot grijsgroene bladeren en het afwijkend biotoop. Het is een van de weinige soorten varens die kalkmijdend is. De bruine sporenhoopjes zijn zoals bij alle soorten van het geslacht Asplenium lang en smal en zijn voorzien van de dun, taankleurige dekvliesjes. De gevormde, rijpe sporen worden door de wind verspreid.
Familie: Aspleniaceae
Groep: varens (sporenplanten)
Status: onbestendige soort
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: muren
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website