Welriekende ganzenvoet

Dysphania ambrosioides


© Pieter Stolwijk

Ecologie & verspreiding
Welriekende ganzenvoet behoort samen met Liggende ganzenvoet en Welriekende ganzenvoet tot het (sub)genus Dysphania, de Beklierde ganzenvoeten, gekenmerkt door hun sterke geur. Over de ‘welriekendheid´ van deze soort zijn de meningen zeer verschillend, in Mexico en Guatemala wordt de geur wel gewaardeerd en kruidt men er bonenschotel mee of maakt er thee van. De soort wordt ook als ontwormingsmiddel gebruikt. De groeiwijze varieert van tamelijk compact en laag tot een forse plant van soms ruim een meter hoog. De bloeiwijze is dicht bebladerd, deze zijn licht getand/gelobd en groter dan bij Druifkruid en Liggende ganzenvoet. Het is een ingeburgerde neofiet afkomstig uit (sub)tropisch Amerika, en, net als de andere Beklierde ganzenvoeten, een warmte minnende pionier van voedselrijke verstoorde milieus. Ze komt voor in het stroomgebied van de grote rivieren, waar ze groeit op zomers droogvallende zandstrandjes (met name langs de Waal). Tevens is de soort bekend van ruderale stenige plaatsen zoals parkeerplaatsen, spoorwegemplacementen en braakliggende terreintjes.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - september

Hoogte - 0,30-1,00 m.

Geslachtsverdeling -

Wortels -

Stengels/takken - Op de rechtopstaande stengels groeien zittende of kort gesteelde gele klieren die bij kneuzing citroen- of muntachtig ruiken.

Bladeren - De bladeren zijn lang en smal. De bovenste hebben meestal een gave rand, lagere bladeren ondiepe tanden. De grootste bladeren zijn vaak langer dan 3 cm en verwijderd grof getand tot gelobd en met gele klieren.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De armbloemige bloemkluwens zijn tot 3 mm breed. Op het bloemdek groeien gele klieren.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, warme plaatsen op droge tot vochthoudende, voedselrijke, omgewerkte grond.

Groeiplaats - Omgewerkte grond, ruderale plaatsen, stortterreinen, industrieterreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), en waterkanten (verstoorde plaatsen langs oevers).
Familie: Amaranthaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: storingsmilieus
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website