Ecologie & verspreiding
Andreaea rupestris groeit in kleine, droog bijna zwarte kussentjes op zure rotsen in langdurig koele en vochtige omgeving. Het voorkomen is vrijwel beperkt tot de Drentse hunebedden. In 2000 kwam het mos nog voor op zes hunebedden, meestal in zeer kleine plukjes, die gemakkelijk over het hoofd werden gezien. In 2004-2005 waren het nog vier hunebedden, en het mos was in nog slechtere conditie. Het groeit hier op plaatsen met open schaduw. Het voortbestaan hangt af van het al of niet handhaven van dit microklimaat door het beheer van de omringende bomen. In het verleden is het mos ook gevonden op losse zwerfkeien die lange tijd met rust waren gelaten, maar op dergelijke keien is het de laatste tijd niet meer gevonden. Gericht zoeken op deze zwerfkeien levert mogelijk nog vondsten op van dit mos en van andere zeldzame soorten.
Andreaea rupestris groeit in kleine, droog bijna zwarte kussentjes op zure rotsen in langdurig koele en vochtige omgeving. Het voorkomen is vrijwel beperkt tot de Drentse hunebedden. In 2000 kwam het mos nog voor op zes hunebedden, meestal in zeer kleine plukjes, die gemakkelijk over het hoofd werden gezien. In 2004-2005 waren het nog vier hunebedden, en het mos was in nog slechtere conditie. Het groeit hier op plaatsen met open schaduw. Het voortbestaan hangt af van het al of niet handhaven van dit microklimaat door het beheer van de omringende bomen. In het verleden is het mos ook gevonden op losse zwerfkeien die lange tijd met rust waren gelaten, maar op dergelijke keien is het de laatste tijd niet meer gevonden. Gericht zoeken op deze zwerfkeien levert mogelijk nog vondsten op van dit mos en van andere zeldzame soorten.
Familie: Andreaeaceae
Groep: Bladmossen
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Pioniers op zure steen
Substraatvoorkeur: steen