Ecologie & verspreiding
Bryum pallens vestigt zich pas na enkele jaren in open, grazige vegetaties op basenrijke (kei)leem, vochtig kalkhoudend zand in de duinen of grondwatergevoede zandgrond. Rood knikmos lijkt te ontbreken in de laagveenmoerassen van Noordwest-Overijssel en de Hollands-Utrechtse plassengebieden. De soort kwam voor 1950 verspreid voor in het binnenland, waarschijnlijk vooral in beekdalen. Na 1950 leek het aantal vindplaatsen in het binnenland sterk terug te lopen maar werden op de Waddeneilanden nieuwe vindplaatsen ontdekt. Het kaartje suggereert vanaf 1980 daarentegen een spectaculaire toename in het binnenland en een afname op de Waddeneilanden. Het is echter niet uitgesloten dat de vaak sterk rood aangelopen B. microerythrocarpum en B. tenuisetum wel eens als Rood knikmos worden opgeborgen. Hoe dan ook is er zeker sprake van een toename, vooral dankzij natuurontwikkelingsprojecten. De typische wijnrode kleur, de aflopende blaadjes met grootste breedte in of juist boven het midden en duidelijk teruggerolde rand, de in de spitse bladtop eindigende nerf en de vaak aanwezige broeddraden in de bladoksels zijn goede veldkenmerken. De verdikte bladrand is een nuttig microscopisch kenmerk (zie echter ook B. turbinatum en B. uliginosum). De soort is tweehuizig.
Bryum pallens vestigt zich pas na enkele jaren in open, grazige vegetaties op basenrijke (kei)leem, vochtig kalkhoudend zand in de duinen of grondwatergevoede zandgrond. Rood knikmos lijkt te ontbreken in de laagveenmoerassen van Noordwest-Overijssel en de Hollands-Utrechtse plassengebieden. De soort kwam voor 1950 verspreid voor in het binnenland, waarschijnlijk vooral in beekdalen. Na 1950 leek het aantal vindplaatsen in het binnenland sterk terug te lopen maar werden op de Waddeneilanden nieuwe vindplaatsen ontdekt. Het kaartje suggereert vanaf 1980 daarentegen een spectaculaire toename in het binnenland en een afname op de Waddeneilanden. Het is echter niet uitgesloten dat de vaak sterk rood aangelopen B. microerythrocarpum en B. tenuisetum wel eens als Rood knikmos worden opgeborgen. Hoe dan ook is er zeker sprake van een toename, vooral dankzij natuurontwikkelingsprojecten. De typische wijnrode kleur, de aflopende blaadjes met grootste breedte in of juist boven het midden en duidelijk teruggerolde rand, de in de spitse bladtop eindigende nerf en de vaak aanwezige broeddraden in de bladoksels zijn goede veldkenmerken. De verdikte bladrand is een nuttig microscopisch kenmerk (zie echter ook B. turbinatum en B. uliginosum). De soort is tweehuizig.
Familie: Bryaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij algemene soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: op allerlei bodems
Controle: veldwaarneming