Ecologie & verspreiding
Bryum warneum heeft in Europa eenzelfde verspreiding als B. marratii en ook qua standplaats overlappen beide soorten. Bryum warneum gedraagt zich echter veel meer als pionier op drooggevallen zandplaten en kan massaal optreden bij natuurontwikkeling in de duinen (zoals recent op oevers van plassen in de Kennemerduinen), samen met bijv. B. algovicum. De in de getande bladtop eindigende nerf en de typische peervormige kapseltjes zijn karakteristiek. Microscopische zekerheid bieden de autoecische geslachtsverdeling en de aan de basis van dwarslijsten voorziene exostoomtanden. Na 1980 is B. warneum op alle Waddeneilanden aangetroffen. Ook de omgeving van Haarlem is nog steeds een hotspot; de soort groeit hier niet alleen in de duinen maar ook in de polder waar het (bij Sloten en Halfweg) al in 1853 is verzameld. Na 1980 is Kwelderknikmos niet meer elders in het Duindistrict aangetroffen. De enige vondst uit Zeeland (Haamstede) dateert uit 1928. In het binnenland zijn er vondsten op strandjes langs het IJsselmeer (1979, 1986) en in de kleiputten van Buren (1972-74). Deze vindplaatsen zijn nu waarschijnlijk verdwenen. Het boreaal-montane Kwelderknikmos staat op de Europese Rode Lijst als rare.
Bryum warneum heeft in Europa eenzelfde verspreiding als B. marratii en ook qua standplaats overlappen beide soorten. Bryum warneum gedraagt zich echter veel meer als pionier op drooggevallen zandplaten en kan massaal optreden bij natuurontwikkeling in de duinen (zoals recent op oevers van plassen in de Kennemerduinen), samen met bijv. B. algovicum. De in de getande bladtop eindigende nerf en de typische peervormige kapseltjes zijn karakteristiek. Microscopische zekerheid bieden de autoecische geslachtsverdeling en de aan de basis van dwarslijsten voorziene exostoomtanden. Na 1980 is B. warneum op alle Waddeneilanden aangetroffen. Ook de omgeving van Haarlem is nog steeds een hotspot; de soort groeit hier niet alleen in de duinen maar ook in de polder waar het (bij Sloten en Halfweg) al in 1853 is verzameld. Na 1980 is Kwelderknikmos niet meer elders in het Duindistrict aangetroffen. De enige vondst uit Zeeland (Haamstede) dateert uit 1928. In het binnenland zijn er vondsten op strandjes langs het IJsselmeer (1979, 1986) en in de kleiputten van Buren (1972-74). Deze vindplaatsen zijn nu waarschijnlijk verdwenen. Het boreaal-montane Kwelderknikmos staat op de Europese Rode Lijst als rare.
Familie: Bryaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: grof zand en gruis
Controle: microscopische determinatie