Ecologie & verspreiding
Ecologie
Campylopus subulatus komt vooral voor in lemige, wat verzurende graslanden of op stenige grond langs paden en op rotsen. In Duitsland wordt de soort vooral aangetroffen op lemige, zwak zure boswegen (Meininger & Schröder, 2007). Opmerkelijk is dat niet alleen de twee Nederlandse opgaven van deze soort maar ook de Duitse vondsten steeds steriel zijn.
Verspreiding
Van Campylopus subulatus zijn in Nederland slechts twee opgaven bekend, beide nabij Bemelen en mogelijk zelfs van dezelfde locatie. Aegsteribbe trof de soort in 1946 aan op een ‘kalkheuvel bij Bemelen’. In 1951 verzamelde Meyer Campylopus subulatus op de Bemelerberg: ‘Bij de zuidelijke grotten van de Bemelerberg. Op overgang kalkrijke bodem naar grazige weide’. Op een ander convoluut van deze locatie spreekt hij van ‘overgang van zure naar kalkrijke gedeelte met Festuca ovina, Luzula campestris’. De vondst nabij Glimmen (1999) betreft een uitgezet exemplaar. In Duitsland komt de soort vooral voor in de Alpen en in zure middelgebergten. In het laagland ontbreekt de soort.
Summary
Campylopus subulatus is found only twice in The Netherlands (1946, 1951), probably on the same locality, between a calcareous and a less calcareous part of a grassland slope.
Ecologie
Campylopus subulatus komt vooral voor in lemige, wat verzurende graslanden of op stenige grond langs paden en op rotsen. In Duitsland wordt de soort vooral aangetroffen op lemige, zwak zure boswegen (Meininger & Schröder, 2007). Opmerkelijk is dat niet alleen de twee Nederlandse opgaven van deze soort maar ook de Duitse vondsten steeds steriel zijn.
Verspreiding
Van Campylopus subulatus zijn in Nederland slechts twee opgaven bekend, beide nabij Bemelen en mogelijk zelfs van dezelfde locatie. Aegsteribbe trof de soort in 1946 aan op een ‘kalkheuvel bij Bemelen’. In 1951 verzamelde Meyer Campylopus subulatus op de Bemelerberg: ‘Bij de zuidelijke grotten van de Bemelerberg. Op overgang kalkrijke bodem naar grazige weide’. Op een ander convoluut van deze locatie spreekt hij van ‘overgang van zure naar kalkrijke gedeelte met Festuca ovina, Luzula campestris’. De vondst nabij Glimmen (1999) betreft een uitgezet exemplaar. In Duitsland komt de soort vooral voor in de Alpen en in zure middelgebergten. In het laagland ontbreekt de soort.
Summary
Campylopus subulatus is found only twice in The Netherlands (1946, 1951), probably on the same locality, between a calcareous and a less calcareous part of a grassland slope.
Familie: Leucobryaceae
Groep: Bladmossen
Status: Onbestendig (slechts incidentele kortstondige vindplaatsen; geen aanwijzingen dat soort hier langer dan 10 jaar aaneengesloten in Nederland voorkwam)
Zeldzaamheid: afwezig in Nederland
Biotoopvoorkeur: Droog schraalland
Substraatvoorkeur: humus