Ecologie & verspreiding
Didymodon rigidulus groeit net als D. luridus vooral op kalkhoudende stenen en oude muren. Daarnaast komt deze soort ook veel voor op oud beton en op asbestcement (golfplaten, maar ook bloembakken midden in de stad). Het verspreidingspatroon van de soort is niet goed te duiden. Enerzijds lijkt er zoals ook bij andere Dubbeltandmossen een concentratie in het rivierengebied en in Zuid-Limburg te zijn. Maar het aaneengesloten voorkomen in het grondig onderzochte Zuidoost-Brabant doet vermoeden dat de soort overal voor kan komen. Het aantal atlasblokken met deze soort is sinds 1980 verdrievoudigd, waarschijnlijk vooral als gevolg van de toegenomen inventarisaties. D. rigidulus is te herkennen aan de donker olijfgroene kleur, zonder roodbruine tint zoals bij D. vinealis, en de aanwezigheid van broedkorrels in de bladoksels. Soms zijn deze rijkelijk aanwezig, maar soms bijna onvindbaar. In dat geval moet het twee cellen dikke bovenste deel van het blad uitkomst bieden.
Didymodon rigidulus groeit net als D. luridus vooral op kalkhoudende stenen en oude muren. Daarnaast komt deze soort ook veel voor op oud beton en op asbestcement (golfplaten, maar ook bloembakken midden in de stad). Het verspreidingspatroon van de soort is niet goed te duiden. Enerzijds lijkt er zoals ook bij andere Dubbeltandmossen een concentratie in het rivierengebied en in Zuid-Limburg te zijn. Maar het aaneengesloten voorkomen in het grondig onderzochte Zuidoost-Brabant doet vermoeden dat de soort overal voor kan komen. Het aantal atlasblokken met deze soort is sinds 1980 verdrievoudigd, waarschijnlijk vooral als gevolg van de toegenomen inventarisaties. D. rigidulus is te herkennen aan de donker olijfgroene kleur, zonder roodbruine tint zoals bij D. vinealis, en de aanwezigheid van broedkorrels in de bladoksels. Soms zijn deze rijkelijk aanwezig, maar soms bijna onvindbaar. In dat geval moet het twee cellen dikke bovenste deel van het blad uitkomst bieden.
Familie: Pottiaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij algemene soort
Biotoopvoorkeur: Pioniers op baserijke steen
Substraatvoorkeur: steen
Controle: veldwaarneming