Ecologie & verspreiding
Homalia trichomanoides groeit vaak epifytisch, vooral op essenstobben in essenhakhoutbosjes, samen met soorten als Neckera complanata en Isothecium alopecuroides. Behalve voor Essen toont Spatelmos een voorkeur voor stamvoeten die tijdens winterse overstromingen door een sliblaagje worden bedekt. Zo kunnen we deze soort aantreffen in uiterwaarden en wilgengrienden, en soms zelfs op hout van walbeschoeiingen. In Zuid-Limburg groeit de soort ook op kalksteenwanden. De soort is in Midden- en Zuid-Nederland veel algemener dan in het noorden, met het rivierengebied en Zuid-Limburg als belangrijke bolwerken. Bij de intensieve inventarisaties in Brabant is de soort vooral gevonden in luchtvochtige beekdalbossen. Homalia trichomanoides is in het veld gemakkelijk herkenbaar aan de wat vettige glans en de afgeronde blaadjes. Het lijkt oppervlakkig eerder een levermos dan een bladmos. Kapsels zijn dikwijls aanwezig, maar zijn bijvoorbeeld in Friesland nog niet gevonden en ook vrijwel niet in Noord-Brabant.
Homalia trichomanoides groeit vaak epifytisch, vooral op essenstobben in essenhakhoutbosjes, samen met soorten als Neckera complanata en Isothecium alopecuroides. Behalve voor Essen toont Spatelmos een voorkeur voor stamvoeten die tijdens winterse overstromingen door een sliblaagje worden bedekt. Zo kunnen we deze soort aantreffen in uiterwaarden en wilgengrienden, en soms zelfs op hout van walbeschoeiingen. In Zuid-Limburg groeit de soort ook op kalksteenwanden. De soort is in Midden- en Zuid-Nederland veel algemener dan in het noorden, met het rivierengebied en Zuid-Limburg als belangrijke bolwerken. Bij de intensieve inventarisaties in Brabant is de soort vooral gevonden in luchtvochtige beekdalbossen. Homalia trichomanoides is in het veld gemakkelijk herkenbaar aan de wat vettige glans en de afgeronde blaadjes. Het lijkt oppervlakkig eerder een levermos dan een bladmos. Kapsels zijn dikwijls aanwezig, maar zijn bijvoorbeeld in Friesland nog niet gevonden en ook vrijwel niet in Noord-Brabant.
Familie: Neckeraceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Rijk bos
Substraatvoorkeur: steen en schors
Controle: veldwaarneming