Ecologie & verspreiding
Oligotrichum hercynicum is een zeldzame pionier open plekken op leem of lemig zand. Hier verkeert het mos vaak in gezelschap van andere Polytrichaceae, onder meer van het geslacht Pogonatum. Aan concurrentie met vaatplanten gaan de plantjes al snel ten onder. Oligotrichum hercynicum heeft drie verspreidingskernen: Drenthe, de Veluwezoom en Brabant. Enkele kleinere populaties bevinden zich op de Sallandse en de Utrechtse heuvelrug en in de Meinweg. Sporenkapsels zijn in Nederland slechts één keer waargenomen. Toch weet Oligotrichum hercynicum telkens weer nieuwe plekjes te koloniseren, althans zolang er in geschikte terreinen voldoende dynamiek heerst. Zo is Oligotrichum hercynicum vaak aanwezig in militaire oefenterreinen (Balloërveld), op recreatief druk bezochte heideterreinen (Wolfheze), op bospaden (Leenderbos) en soms op lemig zand in uitgestoven laagten in stuifzanden. Het kan hopelijk profiteren van maatregelen tot natuurherstel in lemige heide en op venoevers. Bij zorgvuldige inventarisatie van dergelijke habitats, en van lemige padranden, zullen wel meer groeiplaatsen te voorschijn komen dan nu uit het verspreidingskaartje blijkt.
Oligotrichum hercynicum is een zeldzame pionier open plekken op leem of lemig zand. Hier verkeert het mos vaak in gezelschap van andere Polytrichaceae, onder meer van het geslacht Pogonatum. Aan concurrentie met vaatplanten gaan de plantjes al snel ten onder. Oligotrichum hercynicum heeft drie verspreidingskernen: Drenthe, de Veluwezoom en Brabant. Enkele kleinere populaties bevinden zich op de Sallandse en de Utrechtse heuvelrug en in de Meinweg. Sporenkapsels zijn in Nederland slechts één keer waargenomen. Toch weet Oligotrichum hercynicum telkens weer nieuwe plekjes te koloniseren, althans zolang er in geschikte terreinen voldoende dynamiek heerst. Zo is Oligotrichum hercynicum vaak aanwezig in militaire oefenterreinen (Balloërveld), op recreatief druk bezochte heideterreinen (Wolfheze), op bospaden (Leenderbos) en soms op lemig zand in uitgestoven laagten in stuifzanden. Het kan hopelijk profiteren van maatregelen tot natuurherstel in lemige heide en op venoevers. Bij zorgvuldige inventarisatie van dergelijke habitats, en van lemige padranden, zullen wel meer groeiplaatsen te voorschijn komen dan nu uit het verspreidingskaartje blijkt.
Familie: Polytrichaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Heide en heidebebossing
Substraatvoorkeur: lemig of fijn zand
Controle: veldwaarneming