Wrattig wintermos

Microbryum starckeanum


© Laurens Sparrius

Ecologie & verspreiding
Ecologie
Microbryum starckeanum is een mos van open droge kalkrijke leem en mergel over rotsen, langs paden, in afgravingen en kalkgraslanden. Net als andere soorten van het geslacht Microbryum is dit een winterpionier. In tegenstelling tot M. rectum is deze soort niet beperkt tot warme plekjes. De Nederlandse vondsten zijn – voor zover standplaatsgegevens bekend zijn - gedaan ‘op kleigrond’ aan de oever van de Merwede en ‘aan een kleiwal bij den steenoven te Geverik’. De collectie uit 1869 van Beek-Elsloo bevat Tortula modica als begeleidende soort.

Verspreiding
M. starckeanum is uitsluitend in de 19e eeuw in het rivierengebied en in Zuid-Limburg gevonden. C.M. van der Sande Lacoste vond de soort voor het eerst in 1845 aan de oever van de Merwede bij Papendrecht. In 1869 en 1873 verzamelde hij dit mos bij Beek-Elsloo en Geverik in Zuid Limburg. L. Buse verzamelde M. starckeanum in 1850 op de Rijnoever bij Heteren. Beide heren vonden rond het midden van de 19e eeuw meerdere nu verdwenen of zeer zeldzame soorten bij Papendrecht en Heteren. Het gaat om warmteminnende mossen zoals M. starckeanum en Pterygoneurum ovatum maar ook om soorten van droogvallende plassen zoals Physcomitrium eurystomum en P. sphaericum.
In België is de soort zeldzaam in het Maasdistrict en zeer zeldzaam in het Brabants district. In Duitsland is M. starckeanum ernstig achteruitgegaan en alleen nog zeer verspreid in het Midden- en Zuidduitse heuvelland te vinden. In Engeland is het mos vooral in het Zuidwesten te vinden. In het mediterrane gebied is dit één van de algemeenste Pottiaceeën.

Summary
Microbryum starckeanum has only been found in the nineteenth century from 1845 till 1873 by the well known bryologists Van der Sande Lacoste and Buse.
Familie: Pottiaceae
Groep: Bladmossen
Status: Al voor 1900 verdwenen uit Nederland
Zeldzaamheid: afwezig in Nederland
Substraatvoorkeur: klei en leem
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website