Ecologie & verspreiding
Pseudobryum cinclidioides komt voor in voedselrijke Elzen- en Wilgenmoerasbossen, in veenmosrijke rietlanden en vochtige weilanden, altijd op permanent vochtige plaatsen en vaak is er kwel. Ze was tot 1950 alleen bekend van één locatie bij Giethoorn en van enkele plaatsen in Drenthe, waar het mos in 1831 voor het eerst gevonden is. Uit Drenthe zijn na de laatste waarneming in 1980 geen vondsten meer gemeld, maar dat kan ook veroorzaakt zijn door het geringere aantal inventarisaties. Het loont dus de moeite om daar nog eens te gaan kijken. In 1950 werd de soort gevonden in Brabant bij de Malpievennen langs de Dommel en spoedig volgden meer vindplaatsen in de Brabantse beekdalen. Later volgden opgaven uit het plassengebied in Noordwest-Overijssel en vrij recent uit Friesland van het natuurgebied de Oude Venen. Gezien het aantal waarnemingen van de laatste jaren lijkt het erop, dat Zwartsteelsterrenmos zich redelijk kan handhaven. Het mos kan plaatselijk, al is het een zeer zeldzame soort, heel uitbundig groeien en groeiplekken van meerdere m2 vormen, vaak in gezelschap van o.a. Calliergon cordifolium en van veenmossen. Pseudobryum cinclidioides is een forse plant, die mooi rechtop groeit en opvalt door de lichtgroene kleur.
Pseudobryum cinclidioides komt voor in voedselrijke Elzen- en Wilgenmoerasbossen, in veenmosrijke rietlanden en vochtige weilanden, altijd op permanent vochtige plaatsen en vaak is er kwel. Ze was tot 1950 alleen bekend van één locatie bij Giethoorn en van enkele plaatsen in Drenthe, waar het mos in 1831 voor het eerst gevonden is. Uit Drenthe zijn na de laatste waarneming in 1980 geen vondsten meer gemeld, maar dat kan ook veroorzaakt zijn door het geringere aantal inventarisaties. Het loont dus de moeite om daar nog eens te gaan kijken. In 1950 werd de soort gevonden in Brabant bij de Malpievennen langs de Dommel en spoedig volgden meer vindplaatsen in de Brabantse beekdalen. Later volgden opgaven uit het plassengebied in Noordwest-Overijssel en vrij recent uit Friesland van het natuurgebied de Oude Venen. Gezien het aantal waarnemingen van de laatste jaren lijkt het erop, dat Zwartsteelsterrenmos zich redelijk kan handhaven. Het mos kan plaatselijk, al is het een zeer zeldzame soort, heel uitbundig groeien en groeiplekken van meerdere m2 vormen, vaak in gezelschap van o.a. Calliergon cordifolium en van veenmossen. Pseudobryum cinclidioides is een forse plant, die mooi rechtop groeit en opvalt door de lichtgroene kleur.
Familie: Mniaceae
Groep: Bladmossen
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Rijk bos
Substraatvoorkeur: veen