Ecologie & verspreiding
Rozetmos is tegenwoordig beperkt tot min of meer kalkrijke duingebieden. De verspreidingsdichtheid wisselt hier van vrij algemeen (zoals in het Noordhollands Duinreservaat) tot schaars. Gewoonlijk staat Rozetmos in 'open schaduw' in dwergstruweel of aan bosranden op noordhellingen en in vrij droge valleien. Globaal genomen gaat het in de duinen niet achteruit. In het binnenland is Rhodobryum daarentegen geheel of vrijwel geheel verdwenen. De standplaatsen liepen sterk uiteen, vermoedelijk opnieuw met open schaduw als gezamenlijk thema. Het spectrum liep van bronbossen tot jeneverbesstruwelen. De voornaamste oorzaak van verdwijning lijkt strooiselophoping, enerzijds door het staken van hakhoutbeheer, anderzijds als gevolg van verzuring en eutrofiëring. De laatste vondst op de zandgronden dateert van 1981 en werd gedaan in Zuidoost-Drenthe (Mepperdennen). Hernieuwd onderzoek is gewenst. Bij wijze van 'zoekbeeld' geven we een omschrijving van een Zuid-Limburgse groeiplaats: de noordhelling van een graft op de grens tussen weiland en hellingbos. Rhodobryum roseum is onmiskenbaar door zijn brede rozetten aan de top van stengels die in tamelijk losse zoden staan. Toch kan het moeite kosten dit fraaie mos te ontdekken, als de schaarse plukjes half verscholen onder struiken groeien.
Rozetmos is tegenwoordig beperkt tot min of meer kalkrijke duingebieden. De verspreidingsdichtheid wisselt hier van vrij algemeen (zoals in het Noordhollands Duinreservaat) tot schaars. Gewoonlijk staat Rozetmos in 'open schaduw' in dwergstruweel of aan bosranden op noordhellingen en in vrij droge valleien. Globaal genomen gaat het in de duinen niet achteruit. In het binnenland is Rhodobryum daarentegen geheel of vrijwel geheel verdwenen. De standplaatsen liepen sterk uiteen, vermoedelijk opnieuw met open schaduw als gezamenlijk thema. Het spectrum liep van bronbossen tot jeneverbesstruwelen. De voornaamste oorzaak van verdwijning lijkt strooiselophoping, enerzijds door het staken van hakhoutbeheer, anderzijds als gevolg van verzuring en eutrofiëring. De laatste vondst op de zandgronden dateert van 1981 en werd gedaan in Zuidoost-Drenthe (Mepperdennen). Hernieuwd onderzoek is gewenst. Bij wijze van 'zoekbeeld' geven we een omschrijving van een Zuid-Limburgse groeiplaats: de noordhelling van een graft op de grens tussen weiland en hellingbos. Rhodobryum roseum is onmiskenbaar door zijn brede rozetten aan de top van stengels die in tamelijk losse zoden staan. Toch kan het moeite kosten dit fraaie mos te ontdekken, als de schaarse plukjes half verscholen onder struiken groeien.
Familie: Bryaceae
Groep: Bladmossen
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Rijk bos
Substraatvoorkeur: grof strooisel
Controle: veldwaarneming