Ecologie
Sphagnum compactum komt vooral voor in open pioniersituaties op zure natte stevige bodem. Ook op kale veenbodem wordt Kussentjesveenmos wel gevonden. Het is een kensoort van het Verbond van Gewone dopheide (Ericion tetralicis) en komt daarbinnen vooral voor in de associatie van Moeraswolfsklauw en Snavelbies (Lycopodio-Rhynchosporetum, op paadjes en open oevers van heidevennen) en in de associatie van Gewone Dopheide. Als pionier komt Sphagnum compactum na brand als één van de eerste soorten te voorschijn in veen en heide om weer te verdwijnen als krachtiger soorten zich herstellen. Sphagnum compactum wordt soms in open natte schraalgraslanden gevonden. De soort verdraagt geen schaduw maar is wel enigszins droogtetolerant.
Verspreiding
De verspreiding van Sphagnum compactum beperkt zich in Nederland tot de hogere zandgronden, inclusief heideachtige terreinen op de Waddeneilanden. Van Sphagnum compactum zijn enkele oude opgaven uit het veenweidegebied waar de soort in (blauw-) graslanden werd gevonden (de laatste opgave hier is uit 1971). De soort wordt in heel Europa gevonden in vochtige heideachtige situaties. Met het achteruitgang van vochtige heides, o.a. door verdroging, is ook het aantal vondsten van Sphagnum compactum afgenomen.
Summary
Sphagnum compactum is a species confined to open situations on moist acid soils like tracks in heathland and sod cutting places; it is an early pioneer on burnt peatlands. Sphagnum compactum can be found on the sand soils in The Netherlands. Due to decline of moist heathlands the species has decreased in The Netherlands.