Ecologie
Sphagnum magellanicum kent in Nederland diverse standplaatsen. De klassieke standplaats is als bultvormer in goed ontwikkeld (levend) hoogveen met regenwatervoeding. Belangrijke begeleidend soort is vooral Sphagnum papillosum, in mindere mate ook bijv. S. rubellum. Kenmerkende hogere planten zijn hier Lavendelhei en Kleine veenbes. Ook langs vennetjes met hoogveenontwikkeling is de soort te vinden. Daarnaast komt de soort regelmatig voor in veenmosrietlanden en moerasheiden. Ook komt Hoogveenveenmos voor in fraai ontwikkelde vochtige heides met enige grondwatertoevoer en dan vaak in gezelschap van Beenbreek. Sphagnum magellanicum heeft wel een permanent natte omgeving nodig met weinig waterstandsfluctuaties. De soort wordt een enkele keer in berkenbroek gevonden, maar verdraagt in het algemeen slecht beschaduwing; de typische bordeaux rode kleur is dan minder duidelijk.
Verspreiding
Sphagnum magellanicum komt in Nederland voor op de zandgronden en in de laagveenmoerassen. De soort ontbreekt in de duinen en op kleigronden. Hoogveenveenmos is in Nederland ondanks de ogenschijnlijk toename op de verspreidingskaart achteruit gegaan, zo blijkt uit trendanalyse. Verdroging van de voor de soort kenmerkende biotopen is de belangrijkste oorzaak. Het is verrassend dat deze veenspecialist die wij bijzonder waarderen een echte cosmopoliet is die zelfs in de tropen voorkomt.
Summary
Sphagnum magellanicum grows in The Netherlands in peat hummocks, as shallow hummocks in wet heaths with a stable water table and in fenlands where rainwater becomes the prime water supply. It is more common in the northern part of the country and does not occur in the coastal regions and clay areas. The species has declined in The Netherlands due to lowered water tables.