Ecologie & verspreiding
Hoewel de variëteit arenicola van Syntrichia ruralis ook in het binnenland voorkomt is het echt een plant van de kustduinen. Syntrichia ruralis var. arenicola groeit bij voorkeur als pionier op kalkhoudend zand, maar ook op andere basische substraten zoals beton, daken, muren en soms op bomen met een ruwe, basisch tot neutrale schors, zoals Vlier en Populier. Door de jaren heen lijkt Syntrichia ruralis var. arenicola toe te nemen. Dat lijkt vooral een gevolg van intensievere inventarisaties. In vrijwel alle slecht tot matig onderzochte atlasblokken met voldoende kalkhoudend substraat, zoals in de Kop van Noord-Holland, zijn nieuwe groeiplaatsen van Syntrichia ruralis var. arenicola te verwachten. Syntrichia ruralis var. arenicola is goed te herkennen aan de geelgroene bladen, gekielde bladtop en de als een lange gestekelde glashaar uitstekende nerf. De grootste bladbreedte is onder het midden. De volgroeide mosplant is tweemaal zo groot als Syntrichia ruralis var. calcicola.
Hoewel de variëteit arenicola van Syntrichia ruralis ook in het binnenland voorkomt is het echt een plant van de kustduinen. Syntrichia ruralis var. arenicola groeit bij voorkeur als pionier op kalkhoudend zand, maar ook op andere basische substraten zoals beton, daken, muren en soms op bomen met een ruwe, basisch tot neutrale schors, zoals Vlier en Populier. Door de jaren heen lijkt Syntrichia ruralis var. arenicola toe te nemen. Dat lijkt vooral een gevolg van intensievere inventarisaties. In vrijwel alle slecht tot matig onderzochte atlasblokken met voldoende kalkhoudend substraat, zoals in de Kop van Noord-Holland, zijn nieuwe groeiplaatsen van Syntrichia ruralis var. arenicola te verwachten. Syntrichia ruralis var. arenicola is goed te herkennen aan de geelgroene bladen, gekielde bladtop en de als een lange gestekelde glashaar uitstekende nerf. De grootste bladbreedte is onder het midden. De volgroeide mosplant is tweemaal zo groot als Syntrichia ruralis var. calcicola.
Familie: Pottiaceae
Groep: Bladmossen
Zeldzaamheid: algemene soort
Biotoopvoorkeur: Droog schraalland
Substraatvoorkeur: grof zand en gruis
Controle: veldwaarneming