Ecologie & verspreiding
Micromitrium tenerum werd in 1990 voor het eerst gevonden, bij Ermelo, maar is nu van meerdere plaatsen bekend. De meeste vondsten komen uit Noord-Brabant. Het mos duikt onregelmatig op gedurende zeer droge zomers in droogvallende poelen, beekoevers, leemputten, etc. Micromitrium tenerum werd zowel gevonden op nat, open zand, modder en humus maar ook op lemige grond. Het afzoeken van bovenstaande habitats op het Pleistoceen in de nazomer van zeer droge zomers levert ongetwijfeld nieuwe vindplaatsen op. Speldenknopmos, de naam zegt het al, is een klein efemeer mosje. Planten van Micromitrium zijn zeer klein en bestaan uit kleine bladrozetjes op een blijvend protonema. Ondanks de geringe afmeting zijn kapselende planten toch vrij opvallend. De blaadjes staan namelijk enigszins uit waardoor de bolronde sporenkapsels goed zichtbaar zijn.
Micromitrium tenerum werd in 1990 voor het eerst gevonden, bij Ermelo, maar is nu van meerdere plaatsen bekend. De meeste vondsten komen uit Noord-Brabant. Het mos duikt onregelmatig op gedurende zeer droge zomers in droogvallende poelen, beekoevers, leemputten, etc. Micromitrium tenerum werd zowel gevonden op nat, open zand, modder en humus maar ook op lemige grond. Het afzoeken van bovenstaande habitats op het Pleistoceen in de nazomer van zeer droge zomers levert ongetwijfeld nieuwe vindplaatsen op. Speldenknopmos, de naam zegt het al, is een klein efemeer mosje. Planten van Micromitrium zijn zeer klein en bestaan uit kleine bladrozetjes op een blijvend protonema. Ondanks de geringe afmeting zijn kapselende planten toch vrij opvallend. De blaadjes staan namelijk enigszins uit waardoor de bolronde sporenkapsels goed zichtbaar zijn.
Familie: Ephemeraceae
Groep: Bladmossen
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: klei en leem