Ecologie
Grimmia ovalis is een tweehuizige variabele soort die groeit op neutraal gesteente. De vegetaties kunnen vrijwel zwart zijn en slechts enkele millimeters hoog, maar onder gunstige omstandigheden kunnen de planten uitgroeien tot dichte, donkergroene matjes met een hoogte van 3-4 cm. Grimmia ovalis vormt samen met Grimmia laevigata een bryosociologisch gezelschap het Grimmietum commutato-campestris (Giacomini 1939) v. Krusenstjerna 1945. Dit is een thermofiele associatie van zonnig, neutraal gesteente.
Verspreiding
In Nederland werd Grimmia ovalis in 1989 gevonden tijdens een inventarisatie van 319 bunkers van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (Greven 1990). De vrij grote planten groeiden op zeven bunkerdaken in polder De Biesbosch, bij Kedichem, Muiderberg, Utrecht en Werkendam.
In 1995 werd G. ovalis aangetroffen op een basaltblok langs de Rijn bij Wijk bij Duurstede, in 2007 op een bakstenen muurtje bij Arnhem. Wellicht komt de soort nog steeds voor op enkele bunkerdaken, maar om dit vast te stellen zouden deze opnieuw moeten worden geïnventariseerd. Grimmia ovalis komt voor in Europa, Afrika, Azië en Noord Amerika, in Europa vooral in de centrale en zuidelijke landen,
Summary
Grimmia ovalis grows on neutral to slightly acidic rock. It is rather common in central and southern Europe. In The Netherlands, the species was discovered in 1989 on seven roofs of concrete bunkers. In 1995, the species was also found on a basalt boulder along the River Rhine, near Wijk bij Duurstede, in 2007 on a brick wall.