Ecologie
Flesjesroestmos komt in Nederland zowel voor in epifytische als in terrestrische biotopen. Op de Veluwe is dit levermos nog te vinden op oude Beuken in luchtvochtige bossen. Elders is de soort epifytisch o.a. gevonden in enkele oude verwilderde wilgengrienden, in een essenbos en op Meidoorn in een duinstruweel. Begeleiders zijn o.a. Hypnum cupressiforme, Dicranum scoparium, D. montanum, Dicranoweisia cirrata, Frullania dilatata en Metzgeria furcata. Langs de kust groeit de soort op de grond in oude, kort-afgraasde duinheide op noordhellingen, samen met o.a. Lophozia excisa, Lophocolea bidentata, Hypnum cupressiforme en Dicranum scoparium.
Verspreiding
Vele epifyten zijn de afgelopen decennia toegenomen in Nederland, maar Frullania tamarisci doet niet mee met deze trend. Inmiddels staat de soort als ‘bedreigd’ op de Rode Lijst 2012. Ondanks toegenomen inventarisatieactiviteit, wordt deze opvallende soort niet vaak meer gevonden. Op de vanouds bekende locaties zoals Texel, Castricum en de Veluwe zijn vele opgaven inmiddels gedateerd. Daarbuiten zijn er vondsten van de Biesbosch (van 1984 tot 1999), Oostelijk Flevoland (1983), Anloo (Dr, 1992) en Heemstede (2008). Meestal gaat het hierbij slechts om een enkel exemplaar. Luchtverontreiniging door zwaveldioxide is tegenwoordig sterk verminderd, maar waarschijnlijk pakt de tegelijkertijd toegenomen verontreiniging met stikstof nadelig uit voor deze enigszins acidofytische soort. De soort kan zich wellicht ook slecht verspreiden naar geschikte plekken. Op terrestrische, winderige standplaatsen zal dat lokaal door fragmentatie nog wel lukken. Maar als epifyt is deze Frullania, die geen speciale broedlichamen bezit, sterk afhankelijk van regelmatige vestiging vanuit sporen. Wellicht zijn sporulerende populaties uit Nederland verdwenen. Frullania tamarisci is een tweehuizige soort. Voor kapselvorming moeten zich zeer nabij mannelijke en vrouwelijke planten vestigen. De kans dat dit vanuit een ver buitenland weer snel gebeurt, is natuurlijk niet groot.
Summary
Frullania tamarisci has strongly declined in the Netherlands. Nowadays most populations can be found on Fagus in the centre of the country (Veluwe) and on the ground in some coastal dune areas.