Mijtermos

Haplomitrium hookeri


Ecologie & verspreiding
Ecologie
Haplomitrium hookeri groeit altijd in lage dichtheden op open, matig tot zwak zuur, vochtig zand of gletsjergruis, doorgaans in systemen met frequente maar kleinschalige verstoringen. In Nederland is de soort vooral bekend van jonge duinvalleien en karresporen in de kalkarme duinen van de Waddeneilanden, maar is ook eenmaal gevonden op een bospad op lemig zand op het vasteland. De planten vormen ondergrondse, met mycorrhiza geassocieerde rizomen van waaruit kortlevende, rechtopstaande stengels groeien met niet ingesneden, min of meer afgeronde, naar alle kanten uitstaande bladeren. Hoe lang de rizomen in leven kunnen blijven is onbekend. De soort is tweehuizig, vormt toch vaak sporenkapsels, en heeft voor zover bekend geen ongeslachtelijke voortplanting. Mede gezien de grootte van de sporen valt aan te nemen dat ze in de grond langere tijd levensvatbaar kunnen blijven. De soort maakt deel uit van een groepje soorten die in NW Europa vaak samen voorkomen, met Fossombronia incurva, Lophozia capitata en Riccardia incurvata. In Groot-Brittannië worden ook Archidium alternifolium en Blasia pusilla vaak als begeleidende soorten gevonden.

Verspreiding
Haplomitrium is sinds 1966 bekend van diverse plekken op Schiermonnikoog; de enige andere vondsten betreffen de Noordsvaarder op Terschelling (1984) en een bospad op lemig zand in de omgeving van Steenwijk (1999). De soort komt over grote delen van het Noordelijk halfrond voor, meestal in de bergen (in de Alpen tot in de alpiene zone) maar soms ook in vochtige duinvalleien en geplagde dan wel betreden stukken vochtige heide (Nederland, Noord-Duitsland), en is overal zeldzaam. Zo is uit België slechts één waarneming bekend, en is de soort in Frankrijk nooit gevonden. Op de Britse eilanden komt H. hookeri vooral in de westelijke delen voor, tot een hoogte van 1100 m: West-Schotland, West-Ierland, Wales en de Isles of Scilly. Ook in Denemarken en Fennoscandinavië is de soort slechts sporadisch gevonden.

Summary
The distribution of Haplomitrium hookeri in the Netherlands is almost restricted to the Frisian island of Schiermonnikoog; the species has been found once on the island of Terschelling and once on the mainland. It grows on moist, sandy soils on places which are subject to frequent small-scale disturbances, often together with Fossombronia incurva, Lophozia capitata and Riccardia incurvata.
Groep: Levermossen
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: lemig of fijn zand
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website