Ecologie & verspreiding
Kurzia pauciflora groeit op greppelwanden in heiden en hoogveengebieden. In laagveen groeit de soort in veenmosrietlanden. K. pauciflora is vrij zeldzaam op Pleistoceen en in het laagveen en wordt vanwege het piepkleine formaat vrij gemakkelijk over het hoofd gezien. De vroegere naam Microlepidozia gaf treffend weer waar Kurzia op lijkt: een miniatuur Lepidozia. In het veld valt het geslacht Kurzia vaak op door de bruinachtige tint, terwijl Lepidozia altijd heldergroen is. De twee ragfijne soorten in dit geslacht zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Voor het op naam brengen heeft men absoluut geslachtsorganen nodig, die vaak moeilijk te vinden zijn. De standplaats geeft slechts ten dele uitsluitsel: K. pauciflora groeit vrijwel uitsluitend op veengrond, terwijl K. sylvatica zowel op veen- als op zandgrond voorkomt.
Kurzia pauciflora groeit op greppelwanden in heiden en hoogveengebieden. In laagveen groeit de soort in veenmosrietlanden. K. pauciflora is vrij zeldzaam op Pleistoceen en in het laagveen en wordt vanwege het piepkleine formaat vrij gemakkelijk over het hoofd gezien. De vroegere naam Microlepidozia gaf treffend weer waar Kurzia op lijkt: een miniatuur Lepidozia. In het veld valt het geslacht Kurzia vaak op door de bruinachtige tint, terwijl Lepidozia altijd heldergroen is. De twee ragfijne soorten in dit geslacht zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Voor het op naam brengen heeft men absoluut geslachtsorganen nodig, die vaak moeilijk te vinden zijn. De standplaats geeft slechts ten dele uitsluitsel: K. pauciflora groeit vrijwel uitsluitend op veengrond, terwijl K. sylvatica zowel op veen- als op zandgrond voorkomt.
Familie: Lepidoziaceae
Groep: Levermossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Zuur veen
Substraatvoorkeur: veen
Controle: microscopische determinatie