Geel hauwmos

Phaeoceros carolinianus


© Jan Kersten

Ecologie & verspreiding
De kansen voor de zeldzame Phaeoceros carolinianus om zich een poosje te vestigen liggen vooral op (enigszins) nutriëntrijke en open, vochtige grond. Phaeoceros carolinianus lijkt momenteel te profiteren van de natuurontwikkeling op de Pleistocene gronden. Vaak betreft het veldjes waar later bijv. Pitrus zich goed thuis voelt. Behalve op plagplekken op zandig-lemige grond kan Phaeoceros carolinianus ook op akkers en in opengetrapt weiland groeien. Geel hauwmos verdwijnt weer na het sluiten van de vegetatie. De soort onbreekt op klei- en veenbodems. Opvallend is het ontbreken van recente meldingen uit Limburg. De recente vondst op Schouwen (2006) betrof de rand van een geplagde duinplas. De vlezige rozetjes met hun donkere kern en wat lichter gelige rand die als een omgekeerd bordje aangedrukt op de kale bodem groeien, kunnen zowel in de volle zon als in halfschaduw groeien en ontwikkelen zich in de zomer en herfst. Dan verschijnen ook de kenmerkende grassprietachtige kapsels. Een jaartje na plag- of graafwerkzaamheden gericht zoeken in de nazomer of vroege herfst biedt de beste kansen om Phaeoceros te vinden, vooral in natuurgebieden.
Groep: Hauwmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: lemig of fijn zand
Controle: veldwaarneming
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website