Ecologie & verspreiding
Riccia canaliculata is een pionier op permanent vochtige tot natte (soms tijdelijk onder water), lichte, zwak zure tot neutrale, matig voedselrijke standplaatsen; vooral op zandig-lemige en zandig-venige bodems van tijdelijk droogvallende oevers van (padden)poelen, vijvers, vennen en plassen, voorts in greppels en sporadisch op maïsakkers en is ook in Nanocyperion-gemeenschappen aangetroffen. Riccia canaliculata is beperkt tot het Pleistoceen en uitsluitend te verwarren met de landvorm van R. fluitans. Hoewel zorgvuldige controle gewenst is, wordt R. canaliculata vaak in het veld al herkend aan het smal uitlopende uiteinde van het thallus. Het thallus van R. fluitans is vaak verbreed aan de top en heeft bovendien geen groef.
Riccia canaliculata is een pionier op permanent vochtige tot natte (soms tijdelijk onder water), lichte, zwak zure tot neutrale, matig voedselrijke standplaatsen; vooral op zandig-lemige en zandig-venige bodems van tijdelijk droogvallende oevers van (padden)poelen, vijvers, vennen en plassen, voorts in greppels en sporadisch op maïsakkers en is ook in Nanocyperion-gemeenschappen aangetroffen. Riccia canaliculata is beperkt tot het Pleistoceen en uitsluitend te verwarren met de landvorm van R. fluitans. Hoewel zorgvuldige controle gewenst is, wordt R. canaliculata vaak in het veld al herkend aan het smal uitlopende uiteinde van het thallus. Het thallus van R. fluitans is vaak verbreed aan de top en heeft bovendien geen groef.
Familie: Ricciaceae
Groep: Levermossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Kale vochtige bodem
Substraatvoorkeur: lemig of fijn zand
Controle: microscopische determinatie