Ecologie & verspreiding
Gele, struikvormige soort met gewimperde, oranje apotheciën. De soort komt in het Europese verspreidingsgebied voor langs de Atlantische en Mediterrane kust. De soort groeit vooral op twijgen tussen nitrofytische korstmossen, zoals Physcia's en Xanthoria's. In 1843 werd een exemplaar gevonden bij Utrecht na een reeks warmere jaren. In 2020 werd één enkel exemplaar gevonden in de zandverstuivingen bij Soest. Sinds 2000 wordt de soort steeds vaker gemeld in België, Frankrijk en Engeland, vermoedelijk door een combinatie van klimaatverandering, minder zure regen en meer stikstofdepositie.
Gele, struikvormige soort met gewimperde, oranje apotheciën. De soort komt in het Europese verspreidingsgebied voor langs de Atlantische en Mediterrane kust. De soort groeit vooral op twijgen tussen nitrofytische korstmossen, zoals Physcia's en Xanthoria's. In 1843 werd een exemplaar gevonden bij Utrecht na een reeks warmere jaren. In 2020 werd één enkel exemplaar gevonden in de zandverstuivingen bij Soest. Sinds 2000 wordt de soort steeds vaker gemeld in België, Frankrijk en Engeland, vermoedelijk door een combinatie van klimaatverandering, minder zure regen en meer stikstofdepositie.
Familie: Teloschistaceae
Groep: korstmossen
Status: Onbestendig (slechts incidentele kortstondige vindplaatsen; geen aanwijzingen dat soort hier langer dan 10 jaar aaneengesloten in Nederland voorkwam)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: laanbomen, bossen
Substraatvoorkeur: op bomen, op hout