Ecologie & verspreiding
Bochtig look is te vinden op zonnige tot beschaduwde, goed doorlatende en kalkrijke, droge tot vochtige, matig voedselrijke zand-, leem-, klei- en kalkgrond en ook op stenige plaatsen. Ze groeit in Nederland in loofbossen en aan waterkanten in de binnenduinrand, op landgoederen en onder struikgewas. De plant is oorspronkelijk afkomstig van zonnige tot beschaduwde puinhellingen en rotsspleten in Zuidwest-Azië en is na 1900 verwilderd en ingeburgerd in Nederland. De geurige soort is zeer zeldzaam en als stinzenplant min of meer ingeburgerd in de Hollandse duinen en in het rivierengebied en ook op enkele andere plaatsen. De ronde, vaak wat bochtige stengel draagt lijnvormige, glimmende, half-cilindervormige tot vlakke bladeren die tenslotte achterwaarts omkrullen. De bloemschede is kort toegespitst en korter dan de bloeiwijze die zuiver witte bloemen en nooit broedbolletjes draagt en in Nederland nooit vruchten voortbrengt. De binnenste helmdraden zijn driedelig en steken niet buiten het bloemdek uit.
Bochtig look is te vinden op zonnige tot beschaduwde, goed doorlatende en kalkrijke, droge tot vochtige, matig voedselrijke zand-, leem-, klei- en kalkgrond en ook op stenige plaatsen. Ze groeit in Nederland in loofbossen en aan waterkanten in de binnenduinrand, op landgoederen en onder struikgewas. De plant is oorspronkelijk afkomstig van zonnige tot beschaduwde puinhellingen en rotsspleten in Zuidwest-Azië en is na 1900 verwilderd en ingeburgerd in Nederland. De geurige soort is zeer zeldzaam en als stinzenplant min of meer ingeburgerd in de Hollandse duinen en in het rivierengebied en ook op enkele andere plaatsen. De ronde, vaak wat bochtige stengel draagt lijnvormige, glimmende, half-cilindervormige tot vlakke bladeren die tenslotte achterwaarts omkrullen. De bloemschede is kort toegespitst en korter dan de bloeiwijze die zuiver witte bloemen en nooit broedbolletjes draagt en in Nederland nooit vruchten voortbrengt. De binnenste helmdraden zijn driedelig en steken niet buiten het bloemdek uit.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,30-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Bolletjes.
Stengels/takken - De ronde, vaak bochtige stengels zijn alleen aan de voet bebladerd.
Bladeren - De bladen zijn vlak lijnvormig. Later krullen ze achterwaarts om. Ze zijn 4-7 mm breed. De meeste bladeren zijn grondstandig.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een vrij dicht scherm De witte bloemdekbladen zijn klokvormig en 1-1,2 cm. Zonder broedbollen.
Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke zandgrond.
Groeiplaats - Zeeduinen (loofbossen aan de binnenduinrand), bossen (landgoedbossen) en waterkanten (slootkanten).
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,30-0,50 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Bolletjes.
Stengels/takken - De ronde, vaak bochtige stengels zijn alleen aan de voet bebladerd.
Bladeren - De bladen zijn vlak lijnvormig. Later krullen ze achterwaarts om. Ze zijn 4-7 mm breed. De meeste bladeren zijn grondstandig.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een vrij dicht scherm De witte bloemdekbladen zijn klokvormig en 1-1,2 cm. Zonder broedbollen.
Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke zandgrond.
Groeiplaats - Zeeduinen (loofbossen aan de binnenduinrand), bossen (landgoedbossen) en waterkanten (slootkanten).
Familie: Amaryllidaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: stinseplant