Ecologie & verspreiding
Keizerskroon staat op ± voedselrijke, zonnige tot iets beschaduwde, warme, goed doorlatende, stenige bodems. In het gebied van herkomst groeit ze op stenige hellingen en struwelen in de bergen. Ze stamt uit Turkije, Kaukasus en de noordelijke delen van Irak, Iran, Afghanistan en Pakistan en is al zeer lang als sierplant in gebruik in Europa en Noord-Amerika. Ze is in de zestiende eeuw door Clusius ingevoerd in Nederland en is nu bekend van enkele plekken in het midden en noorden van het land. Dit grote, rechtop staande, onvertakte en giftig bolgewas draagt veel glimmende, overhangende bladeren en heeft een scherm met veel hangende bloemen waarboven nog een aantal bladeren uitsteekt. De bloemdekbladen zijn geel of rood en verspreiden, net als de rest van de plant een merkwaardige geur die veel weg heeft van de geur van een vos. Bestuiving geschiedt vooral door bijen en hommels, de gevormde zaden zijn afgeplat en vaak gevleugeld.
Keizerskroon staat op ± voedselrijke, zonnige tot iets beschaduwde, warme, goed doorlatende, stenige bodems. In het gebied van herkomst groeit ze op stenige hellingen en struwelen in de bergen. Ze stamt uit Turkije, Kaukasus en de noordelijke delen van Irak, Iran, Afghanistan en Pakistan en is al zeer lang als sierplant in gebruik in Europa en Noord-Amerika. Ze is in de zestiende eeuw door Clusius ingevoerd in Nederland en is nu bekend van enkele plekken in het midden en noorden van het land. Dit grote, rechtop staande, onvertakte en giftig bolgewas draagt veel glimmende, overhangende bladeren en heeft een scherm met veel hangende bloemen waarboven nog een aantal bladeren uitsteekt. De bloemdekbladen zijn geel of rood en verspreiden, net als de rest van de plant een merkwaardige geur die veel weg heeft van de geur van een vos. Bestuiving geschiedt vooral door bijen en hommels, de gevormde zaden zijn afgeplat en vaak gevleugeld.
Familie: Liliaceae
Groep: E
Zeldzaamheid: zeldzame soort