Bosgerst

Hordelymus europaeus


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
Bosgerst staat op beschaduwde, matig droge tot matig vochtige, basenrijke en kalkhoudende, matig voedsel- en stikstofrijke, humeuze, neutrale tot licht zure leem-, mergel- en kleibodems. Ze groeit in beuken- en gemengde loofbossen met een grazige en kruidenrijke ondergroei, aan bosranden, op kapvlakten en langs bospaden, in naaldbossen en onder heggen. De plant is inheems in Zuidwest-Azië, de Kaukasus, Noord-Afrika en in gebergten in Midden- en West-Europa. In Nederland is ze zeer zeldzaam en pas in 1981 voor de eerste keer aangetroffen bij Doetinchem en in Oost-Twente. De soort is onmiskenbaar door het feit dat de veelbloemige en genaalde aartjes in de bloeiwijze met 3-tallen bijeen staan aan de taaie as van de bloeiwijze en bij rijpheid afzonderlijk uitvallen met achterlating van de kelkkafjes. Het geslacht Gerst, dat er veel op lijkt heeft een brosse as die afbreekt samen met de daarbij behorende, eveneens in 3-tallen staande aartjes.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - juli

Hoogte - 0,40-1,20 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - Losse pollen vormend.

Bladeren - De bladeren hebben sikkelvormige oortjes aan de voet van de bladschijf. Aan de onderkant zie je een wittige, uitstekende middennerf. Ze zijn 0,6-1 cm breed. De onderste bladscheden (en de knoppen) dragen lange afstaande of iets teruggeslagen haren. De bovenste bladscheden zijn vrijwel kaal.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een rechtopstaande of iets overhangende bloeiwijze. De aren zijn 4-8 cm lang en bevatten meestal tien bloemen. Ze staan met twee of drie bij elkaar en zijn kort gesteeld. De kelkkafjes zijn met de de naald 2-3 cm.

Vruchten - Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.

Groeiplaats - Bossen (gemengde loofbossen en beukenbossen) en kalkrijke bosranden.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: onbestendige soort
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkrijke zomen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website