Ecologie & verspreiding
Waternoot groeit in zonnig, warm, voedselrijk, uitgesproken stikstofrijk, zwak zuur tot iets kalkhoudend water met een gemiddelde waterdiepte van 1-2 (2,5) meter dat gelegen boven een kalkrijke slibbodem. De soort was vroeger in een groter deel van Europa inheems maar de noordgrens van het areaal is veel zuidelijker komen te liggen. Midden 18e eeuw werd de plant nog vermeld van Schinveld en de laatste vondst dateert uit 1908 en betreft een vijver op Goeree. De plant is in grote delen van Europa achteruit gegaan door klimaatverandering, ontwatering, kanalisaties en vervuiling. Ze vermeerdert zich sterk vegetatief. Bestuiving geschiedt door insecten of ze bestuift zich zelf, de rijpe vruchten zakken naar de bodem, behouden tot meer dan 12 jaar hun kiemkracht en worden verspreid door vogels en zoogdieren. Vroeger speelde ze een rol in magie en hekserij, werd gebruikt als aphrodisiacum. De rijpe zaden werden en worden op tal van plaatsen rauw of gekookt gegeten.
Waternoot groeit in zonnig, warm, voedselrijk, uitgesproken stikstofrijk, zwak zuur tot iets kalkhoudend water met een gemiddelde waterdiepte van 1-2 (2,5) meter dat gelegen boven een kalkrijke slibbodem. De soort was vroeger in een groter deel van Europa inheems maar de noordgrens van het areaal is veel zuidelijker komen te liggen. Midden 18e eeuw werd de plant nog vermeld van Schinveld en de laatste vondst dateert uit 1908 en betreft een vijver op Goeree. De plant is in grote delen van Europa achteruit gegaan door klimaatverandering, ontwatering, kanalisaties en vervuiling. Ze vermeerdert zich sterk vegetatief. Bestuiving geschiedt door insecten of ze bestuift zich zelf, de rijpe vruchten zakken naar de bodem, behouden tot meer dan 12 jaar hun kiemkracht en worden verspreid door vogels en zoogdieren. Vroeger speelde ze een rol in magie en hekserij, werd gebruikt als aphrodisiacum. De rijpe zaden werden en worden op tal van plaatsen rauw of gekookt gegeten.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - juli - september
Hoogte - 0,60-1,20 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Groenige wortels die in de modder groeien.
Stengels/takken - De kale stengels zijn niet vertakt. Ze zijn vlezig en in het midden opgezwollen.
Bladeren - De 5 tot 30 bladeren drijven op het water en zijn 2 tot 6 cm lang. Ze vormen een breed, plat rozet. Aaan de bovenkant zijn ze groen of rood en aan de onderkant bruin. Verder zijn ze ruitvormig en grof getand. De ondergedoken bladeren zijn lijnvormig en niet getand.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in de oksels van de drijvende bladeren. Ze zijn wit, 1 tot 2 cm groot en 4-tallig. De kelkbladen zijn driehoekig, vallen niet af en verhouten tenslotte.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De noten zijn hard, klokvormig, 2½ tot 3 cm breed en hebben 2 tot 4 doornen. Ze zijn eetbaar. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, warme plaatsen in voedselrijk, zwak zuur tot iets kalkhoudend, stilstaand water.
Groeiplaats - Water (meren, poelen en kanalen).
Bloeitijd - juli - september
Hoogte - 0,60-1,20 m.
Geslachtsverdeling - tweeslachtig
Wortels - Groenige wortels die in de modder groeien.
Stengels/takken - De kale stengels zijn niet vertakt. Ze zijn vlezig en in het midden opgezwollen.
Bladeren - De 5 tot 30 bladeren drijven op het water en zijn 2 tot 6 cm lang. Ze vormen een breed, plat rozet. Aaan de bovenkant zijn ze groen of rood en aan de onderkant bruin. Verder zijn ze ruitvormig en grof getand. De ondergedoken bladeren zijn lijnvormig en niet getand.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in de oksels van de drijvende bladeren. Ze zijn wit, 1 tot 2 cm groot en 4-tallig. De kelkbladen zijn driehoekig, vallen niet af en verhouten tenslotte.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De noten zijn hard, klokvormig, 2½ tot 3 cm breed en hebben 2 tot 4 doornen. Ze zijn eetbaar. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, warme plaatsen in voedselrijk, zwak zuur tot iets kalkhoudend, stilstaand water.
Groeiplaats - Water (meren, poelen en kanalen).
Familie: Lythraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Verdwenen uit Nederland
Zeldzaamheid: verdwenen
Ecologische groep: voedselrijke wateren