Ecologie & verspreiding
Linzenwikke staat op ondiepe, basische bodems. De eenjarige en kalkminnende plant is in onze contreien te vinden op braakliggende en verlaten velden als een relict van verwildering of is te wijten aan verontreiniging in aangevoerd graan. De herkomst van deze Wikke is het Middellandse Zeegebied en het aangrenzende Azië, elders wordt de plant gekweekt. In Nederland is de soort uitsluitend adventief bekend. Het is een zeer oud cultuurgewas dat van oudsher gekweekt werd en wordt in de Oude Wereld en een uitstekend schapen- en veevoer levert terwijl de zaden prima voer voor gevogelte zijn. De zaden van de plant worden, na gekookt te zijn vermalen tot meel, dat samengeperst als veevoer gebruikt wordt en dat vroeger in schrale tijden ook voor het bakken van brood geschikt werd geacht. Het taxon is onmiskenbaar door de combinatie van de afwezigheid van ranken, de lang gesteelde, meestal tweebloemige bloeiwijze en de rozenkransvormig ingesnoerde peulen.
Linzenwikke staat op ondiepe, basische bodems. De eenjarige en kalkminnende plant is in onze contreien te vinden op braakliggende en verlaten velden als een relict van verwildering of is te wijten aan verontreiniging in aangevoerd graan. De herkomst van deze Wikke is het Middellandse Zeegebied en het aangrenzende Azië, elders wordt de plant gekweekt. In Nederland is de soort uitsluitend adventief bekend. Het is een zeer oud cultuurgewas dat van oudsher gekweekt werd en wordt in de Oude Wereld en een uitstekend schapen- en veevoer levert terwijl de zaden prima voer voor gevogelte zijn. De zaden van de plant worden, na gekookt te zijn vermalen tot meel, dat samengeperst als veevoer gebruikt wordt en dat vroeger in schrale tijden ook voor het bakken van brood geschikt werd geacht. Het taxon is onmiskenbaar door de combinatie van de afwezigheid van ranken, de lang gesteelde, meestal tweebloemige bloeiwijze en de rozenkransvormig ingesnoerde peulen.
Familie: Fabaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)