Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - april - december
Hoogte - 0,20-0,50 m.
Geslachtsverdeling -
Wortels -
Stengels/takken - De opstijgende, vertakte stengels zijn onderaan houtig.
Bladeren - De lancetvormige bladen zijn veerdelig. De slippen kunnen gaaf of getand zijn. De bovenste bladen zijn zittend en (half)stengelomvattend.
Bloemen - Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes groeien in onregelmatige, schermvormige pluimen. Ze zijn geel, 1,5-2,5 cm groot en met meestal dertien lintbloemen. De omwindselbladen hebben een zwarte top.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen (pionier) op matig voedselrijke grond.
Groeiplaats - Braakliggende grond, bermen (omgewerkte plaatsen), haventerreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), oude muren en gebergten.
Bloeitijd - april - december
Hoogte - 0,20-0,50 m.
Geslachtsverdeling -
Wortels -
Stengels/takken - De opstijgende, vertakte stengels zijn onderaan houtig.
Bladeren - De lancetvormige bladen zijn veerdelig. De slippen kunnen gaaf of getand zijn. De bovenste bladen zijn zittend en (half)stengelomvattend.
Bloemen - Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes groeien in onregelmatige, schermvormige pluimen. Ze zijn geel, 1,5-2,5 cm groot en met meestal dertien lintbloemen. De omwindselbladen hebben een zwarte top.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige, open plaatsen (pionier) op matig voedselrijke grond.
Groeiplaats - Braakliggende grond, bermen (omgewerkte plaatsen), haventerreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), oude muren en gebergten.
Familie: Asteraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort