Ecologie & verspreiding
Tweenervige zegge werd voor het eerst in ons land gevonden in 1982. Ze werd toen als adventief beschouwd. Ondertussen heeft de soort het bij Arnhem, op een voormalige kapvlakte, al meer dan dertig jaar uitgehouden en mag als ingeburgerd worden beschouwd. Carex binervis is een West-Europese soort, die tot dicht bij de Nederlandse grens voorkomt in België en Duitsland, o.a. bij Aken. De soort lijkt oppervlakkig wel wat op Zilte zegge (C. distans), maar oogt donkerder door de donker rood- tot purperbruine vrouwelijke kafjes, die bij Zilte zegge bleker bruin gekleurd zijn. Bovendien heeft C. binervis een oranje-bruine voet tegenover C. distans een bleek tot donkerbruine voet. Tweenervige en Drienervige zegge lijken qua naam op elkaar, maar behoren tot verschillende secties binnen de zeggen. C. binervis heeft, net als sectiegenoot C. distans, drie stempels, terwijl C. trinervis er twee heeft, net als sectiegenoot C. nigra.
Tweenervige zegge werd voor het eerst in ons land gevonden in 1982. Ze werd toen als adventief beschouwd. Ondertussen heeft de soort het bij Arnhem, op een voormalige kapvlakte, al meer dan dertig jaar uitgehouden en mag als ingeburgerd worden beschouwd. Carex binervis is een West-Europese soort, die tot dicht bij de Nederlandse grens voorkomt in België en Duitsland, o.a. bij Aken. De soort lijkt oppervlakkig wel wat op Zilte zegge (C. distans), maar oogt donkerder door de donker rood- tot purperbruine vrouwelijke kafjes, die bij Zilte zegge bleker bruin gekleurd zijn. Bovendien heeft C. binervis een oranje-bruine voet tegenover C. distans een bleek tot donkerbruine voet. Tweenervige en Drienervige zegge lijken qua naam op elkaar, maar behoren tot verschillende secties binnen de zeggen. C. binervis heeft, net als sectiegenoot C. distans, drie stempels, terwijl C. trinervis er twee heeft, net als sectiegenoot C. nigra.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,30-1,00 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels -
Stengels/takken - De plant vormt dichte zoden.
Bladeren - De donkergroene bladen zijn zwak gekield en 2 tot 6 mm breed.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). Een bloeiwijze met 2 tot 4 vrouwelijke aartjes van 1,5 tot 4,5 cm lengte. De kafjes van de vrouwelijke bloemen met een klein stekelpuntje.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Het driekantige urntje is 3,5 tot 5 mm lang. Het is duidelijk generfd met 2 donkergroene nerven en de snaveltanden zijn aan de binnenkant ruw. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, vrij voedselarme, zure grond.
Groeiplaats - Heide, grasland (heischraal grasland), veenafgravingen, langs paden (in beboste, maar op lichtrijke plaatsen in heidegebieden), bermen, waterkanten (langs greppels) en kapvlakten.
Bloeitijd - mei - juni
Hoogte - 0,30-1,00 m.
Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig
Wortels -
Stengels/takken - De plant vormt dichte zoden.
Bladeren - De donkergroene bladen zijn zwak gekield en 2 tot 6 mm breed.
Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). Een bloeiwijze met 2 tot 4 vrouwelijke aartjes van 1,5 tot 4,5 cm lengte. De kafjes van de vrouwelijke bloemen met een klein stekelpuntje.
Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Het driekantige urntje is 3,5 tot 5 mm lang. Het is duidelijk generfd met 2 donkergroene nerven en de snaveltanden zijn aan de binnenkant ruw. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bodem - Zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, vrij voedselarme, zure grond.
Groeiplaats - Heide, grasland (heischraal grasland), veenafgravingen, langs paden (in beboste, maar op lichtrijke plaatsen in heidegebieden), bermen, waterkanten (langs greppels) en kapvlakten.
Familie: Cyperaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort