Middelste teunisbloem

Oenothera biennis


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
In Middelste teunisbloem zijn enkele goed herkenbare microsoorten te onderscheiden. De namen vind je onder taxonomie.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - september

Hoogte - 0,50-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een dikke, vlezige penwortel.

Stengels/takken - De rechtopstaande stengels hebben geen rode knobbeltjes, behalve aan de voet en aan oude takken.

Bladeren - De langwerpige bladeren zijn zwak getand tot vrijwel gaafrandig. De rozetbladeren zijn soms aan de voet grof getand.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kroonbladen zijn 2 tot 3 cm lang. De stijl wordt tot 1½ cm lang. De kelkbladen zijn helemaal groen. De kelkbuis is minder dan 2 keer zo lang als de kelkslippen. Bij de gesloten bloemknop staan de topspitsjes van de kelkbladen evenwijdig. Het vruchtbeginsel heeft geen rode knobbeltjes.

Vruchten - Een doosvrucht. De vruchten zijn helemaal groen. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, vaak omgewerkte (verstoorde) grond (zand en stenige plaatsen, soms op zavel of mergel).

Groeiplaats - Omgewerkte grond, bermen, zeeduinen (o.a. in laag duindoornstruwelen), dijken, ruigten (kalkrijke ruigten), afgravingen (zand- en steengroeven), langs spoorwegen (spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen, bouwterreinen, bij steenfabrieken, braakliggende grond, opgespoten grond en stortplaatsen.
Familie: Onagraceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: kalkrijke ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website