Ecologie & verspreiding
Deze Polygonum-soort heeft nog geen Nederlandse naam en is taxonomisch en qua naamgeving veel aan veranderingen onderhevig geweest (o.a. als Persicaria filiformis en Persicaria virginiana var. filiforme). De overblijvende plant staat in het gebied van herkomst op open, zonnige tot licht beschaduwde, voedselrijke, droge tot vochthoudende, maar goed doorlatende plaatsen. Ze stamt uit de bergbossen en zomen van Japan, Taiwan, Oost-Rusland, Korea, China en Myanmar en wordt als sierplant toegepast. In Nederland is de plant slechts van één plaats bekend (verwilderd), een berm aan de rand van een aangeplant bosje in Rotterdam. De omgekeerd eivormige bladeren met spitse top zijn groen en dragen korte haren en boogvormige zijnerven. De bloeiwijze bestaat uit lange, ijle, aarvormige trossen van circa 30 cm en dragen verspreid staande, 3 mm grote bloemen die normaal rood gekleurd zijn maar ook in een witte kleur kunnen voorkomen.
Deze Polygonum-soort heeft nog geen Nederlandse naam en is taxonomisch en qua naamgeving veel aan veranderingen onderhevig geweest (o.a. als Persicaria filiformis en Persicaria virginiana var. filiforme). De overblijvende plant staat in het gebied van herkomst op open, zonnige tot licht beschaduwde, voedselrijke, droge tot vochthoudende, maar goed doorlatende plaatsen. Ze stamt uit de bergbossen en zomen van Japan, Taiwan, Oost-Rusland, Korea, China en Myanmar en wordt als sierplant toegepast. In Nederland is de plant slechts van één plaats bekend (verwilderd), een berm aan de rand van een aangeplant bosje in Rotterdam. De omgekeerd eivormige bladeren met spitse top zijn groen en dragen korte haren en boogvormige zijnerven. De bloeiwijze bestaat uit lange, ijle, aarvormige trossen van circa 30 cm en dragen verspreid staande, 3 mm grote bloemen die normaal rood gekleurd zijn maar ook in een witte kleur kunnen voorkomen.
Familie: Polygonaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort