Hoofdjesanjer

Dianthus giganteus


© Hanneke Waller

Ecologie & verspreiding
Hoofdjesanjer staat op zonnige tot iets beschaduwde, droge en goed doorlatende, voedselarme, basen- en kalkrijke, humeuze en stikstofarme, lemige zandbodems en op stenige plaatsen. In haar natuurlijke omgeving groeit de plant in bergachtige streken en wel in steppen en op rotspartijen. Secundair is ze gevonden op mijnsteenhopen en in bermen. De plant komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en West-Turkije en is als sierplant of met zaaimengsels verspreid en is thans op een aantal plaatsen in Europa ingeburgerd. In Nederland staat ze tot nu toe uitsluitend in ingezaaide bermen. Deze Anjersoort lijkt sterk op Kartuizer anjer en verschilt daarvan door o.a. haar grootte (tot meer dan 1 m) en de bredere bladeren (tot 8 mm). Ook de top van de schubben onder de kelk is anders gevormd. Bij deze plant zijn ze geleidelijk toegespitst, bij Kartuizer anjer zijn ze plotseling in een smalle stekelpunt versmald.
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website