IJle orchis

Orchis laxiflora


© Ed Stikvoort | Saxifraga

Ecologie & verspreiding
IJle moerasorchis prefereert natte tot zeer natte, kalkrijke en lemige bodems waar ook fijnere sedimenten afgezet worden of werden en waar bovendien water afstroomt. Ze groeit in kalkmoerassen, in onbemeste hooi- en weilanden, op hellingen waar kalkrijk hang- of kwelwater uittreedt, vaak op plaatsen met een brak accent. De plant komt vooral voor in het Middellandse-Zeegebied, in noordwestelijke richting tot Noordwest-Frankrijk en de Kanaaleilanden. Hoewel er ernstige twijfel bestaat aan de oorspronkelijkheid van de vindplaats mag men een vondst in Zeeuws-Vlaanderen niet uitsluiten. Indien de soort inderdaad is aangeplant dan is dat met een duidelijke kennis van zaken zijn gedaan. IJle moerasorchis heeft zich slechts een jaar kunnen handhaven, mogelijk is overmatige betreding haar fataal geworden. De soort is goed herkenbaar aan het feit dat de bladeren niet een rozet staan, maar verspreid aan de stengel. Ze zijn ongevlekt, grasachtig, lang en smal. De soort gaat overal sterk achteruit door ontwatering en bemesting.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juli

Hoogte - 0,25-0,60 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels -

Stengels/takken - Een rechtopstaande  stengel.

Bladeren - De tot 20 cm lange, afstaande bladen zijn lijn-lancetvormig, tot 1 cm breed, gootvormig, niet gevlekt en naar de voet toe versmald.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een ijle bloeiwijze met licht- tot donkerrode bloemen. De zijdelingse bloembladen staan af. De drielobbige lip is 1,2-1,5 cm. De middenslip van de lip is ongeveer even lang als de zijslippen. De spoor is korter dan het vruchtbeginsel. De vaak paarsachtige schutbladen zijn vliezig, lancetvormig met drie tot zeven  nerven en weinig korter of langer dan het vruchtbeginsel.

Vruchten - Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, kalkrijke, matig voedselrijke en vaak enigszins zilte grond (zand en veen).

Groeiplaats - Zeeduinen (duingrasland), waterkanten en grasland (moerassig grasland).
Familie: Orchidaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: onbestendige soort
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke oevers
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website