Equisetum scirpoides


Ecologie & verspreiding
Deze paardenstaart staat op zonnige tot lichtbeschaduwde, vochtige tot natte grond. Ze groeit in vochtige bossen, in veenmoerassen en in toendra’s. Het is een soort van de koude en gematigde streken van het Noordelijk Halfrond, is niet inheems in Nederland maar wordt wel aangeboden in tuincentra onder de naam Kleine holpijp en wordt een enkele verwilderd gevonden. Ze is herkenbaar aan de onregelmatig gekronkelde stengel, meet slechts ± 0,6 mm in doorsnede en heeft bezit geen centrale holte. De stengel heeft 7 of meer ribben en de bladkrans draagt 3 (5) tanden. De soort behoort, samen met Schaafstro, Bonte- en Vertakte paardenstaart tot het ondergeslacht Hippochaete. Bij dit taxon worden de vaak onvertakte stengels ouder dan 1 jaar, de top van de sporenaar draagt een spitse punt, de verzonken huidmondjes vormen één enkele rij van witte stippen aan weerszijden van de ribben en de tanden van de bladkrans vallen af. Men raadplege ook de andere Paardenstaarten!
Familie: Equisetaceae
Groep: paardenstaarten (sporenplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website