Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)
Bloeitijd - -
Hoogte -
Geslachtsverdeling -
Wortels -
Stengels/takken - De rechtopstaande, massieve, bebladerde stengels zijn vrijwel kaal.
Bladeren - De verspreid staande, langwerpige tot lijnvormige of lancetvormige, zittende bladeren zijn iets getand. Ze worden 4-7 cm lang. De schutbladen zijn lijnvormig en even lang als of langer dan de bloemsteel.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een losbloemige, tot twintig cm lange, aarvormige tros. De rechtopstaande, paarsblauwe bloemen zijn 1-1,5 cm. De bovenlip heeft twee lobben, de onderlip drie lobben.
Vruchten - Een rechtopstaande doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige, matig voedselarme grond.
Groeiplaats - Bossen (open plaatsen in loofbossen), bosranden, heide en grazige plaatsen.
Bloeitijd - -
Hoogte -
Geslachtsverdeling -
Wortels -
Stengels/takken - De rechtopstaande, massieve, bebladerde stengels zijn vrijwel kaal.
Bladeren - De verspreid staande, langwerpige tot lijnvormige of lancetvormige, zittende bladeren zijn iets getand. Ze worden 4-7 cm lang. De schutbladen zijn lijnvormig en even lang als of langer dan de bloemsteel.
Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen een losbloemige, tot twintig cm lange, aarvormige tros. De rechtopstaande, paarsblauwe bloemen zijn 1-1,5 cm. De bovenlip heeft twee lobben, de onderlip drie lobben.
Vruchten - Een rechtopstaande doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige, matig voedselarme grond.
Groeiplaats - Bossen (open plaatsen in loofbossen), bosranden, heide en grazige plaatsen.
Familie: Campanulaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort