Ecologie & verspreiding
Prachtriet is een geslacht met 14 soorten, die de laatste jaren in toenemende mate als siergewas of als energiegewas in Nederland worden aangeplant. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied omvat zuid-oost Azië. Het zijn forse, overblijvende grassen. De bladen zijn breed, vlak, ongeribd en hebben meestal een opvallend lichtgekleurde middennerf. De glanzende, pluimvormige bloeiwijze is vrij karakteristiek en bestaat uit meerdere aarvormige deelbloeiwijzen met paarsgewijs geplaatste aartjes. De vruchten zijn aan de voet omgeven door vruchtpluis en worden door de wind verspreid. De eerste waarnemingen van verwilderde prachtrietplanten dateren uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De laatste jaren neemt het aantal waarnemingen sterk toe. Eénmaal gevestigd zijn de groeiplaatsen zeer bestendig en onder gunstige omstandigheden (voedselrijk en vochtig) breiden ze zich vegetatief gestaag uit.
Miscanthus sacchariflorus wordt als sierplant aangeplant (maar minder dan M. sinensis). Het is bij deze soort niet altijd duidelijk of de groeiplaatsen spontane vestigingen uit zaad zijn dan wel ontstaan uit tuinafval of door stort van grond met wortelfragmenten.
Omdat prachtrietsoorten sterk op elkaar lijken is het raadzaam om materiaal van bloeiende, ogenschijnlijk spontaan gevestigde planten, ter determinatie toe te sturen aan het Nationaal Herbarium in Leiden.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeldzame soort