Ecologie & verspreiding
Rattenstaartgras (Sporobolis indicus) is van oorsprong een prairie- en savannegras, afkomstig uit Oost-, Zuid- en tropisch Afrika. De soort is wereldwijd verspreid geraakt in alle tropisch tot warme gebieden van Amerika, Australië, Azië tot in Zuid-Europa, met nog een voortdurende opmars. In de Gironde in Frankrijk is het inmiddels een algemeen onkruid in wegbermen en op straat. In Nederland waren tot voor kort alleen adventief vondsten bekend van (graan)overslagplaatsen (Gorinchem en Waspik) en een verlaten grindgroeve (Itteren). Het opduiken was indertijd kortdurend. Sinds 2015 is op een tiental plaatsen, verspreid over het hele land, gevonden en lijkt sprake van inburgering. Rattenstaartgras floreert op open, verstoorde, bij voorkeur gedraineerde plekken in de volle zon. De soort tolereert droogte uitstekend, meer dan menig concurrent. Rattenstaartgras is overblijvend, heeft een wortelrozet en stijve bladen. Het grasje is veelvormig; botanici hebben de soort verdeeld in een aantal ondersoorten, die zich lastig laten onderscheiden. Wie zich niet op de details stort heeft het makkelijk. De rechte, lange, ranke bloeiwijze met sterk samengetrokken kleine aartjes geven de plant een karakteristiek uiterlijk. De vrucht is gemakkelijk uitvallend, vandaar de naam ‘Dropseed’ in de Britse flora’s. Daarnaast is ‘Smutgrass’ in omloop; een verwijzing naar de roestbruine schimmelvlekken op de bloeiaren. In Nederland blijkt dat ook voor te komen.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: muren