Ecologie & verspreiding
De muskusrat is bruin of bruinrood tot zwart op de bovenzijde; de buikzijde is lichter van kleur. Een volgroeid exemplaar heeft een kop-romplengte tot 35 cm, een staartlengte tot 25 cm en een gewicht tot 1,5 kg. De staart is zijdelings afgeplat, de voorpoten zijn relatief klein en de achterpoten verhoudingsgewijs groot. Het is een behendige zwemmer en duiker die tot een kwartier onder water kan blijven. Muskusratten blijven meestal nabij water, maar leggen tijdens de trekperioden in voor- en najaar lange tochten over land af.
Het voortplantingsvermogen is groot: in Nederland zijn er per jaar gemiddeld drie worpen met gemiddeld zeven jongen. Een vroeg in het seizoen geboren vrouwtje kan nog hetzelfde jaar zelf jongen krijgen, maar die worp is kleiner en de overleving van die jongen is gering. De aanwas kan bij gunstige situaties snel tot hoge dichtheden leiden. In Nederland komen zulke gunstige situaties veel voor. In enkele grote Zuid-Hollandse polders met 4000-5000 km watergang is een gemiddelde dichtheid van 15 dieren per kilometer vastgesteld; 51 gemerkte dieren verplaatsten zich gemiddeld over 1500 m, met een maximum van 6250 m.
De muskusrat is bruin of bruinrood tot zwart op de bovenzijde; de buikzijde is lichter van kleur. Een volgroeid exemplaar heeft een kop-romplengte tot 35 cm, een staartlengte tot 25 cm en een gewicht tot 1,5 kg. De staart is zijdelings afgeplat, de voorpoten zijn relatief klein en de achterpoten verhoudingsgewijs groot. Het is een behendige zwemmer en duiker die tot een kwartier onder water kan blijven. Muskusratten blijven meestal nabij water, maar leggen tijdens de trekperioden in voor- en najaar lange tochten over land af.
Het voortplantingsvermogen is groot: in Nederland zijn er per jaar gemiddeld drie worpen met gemiddeld zeven jongen. Een vroeg in het seizoen geboren vrouwtje kan nog hetzelfde jaar zelf jongen krijgen, maar die worp is kleiner en de overleving van die jongen is gering. De aanwas kan bij gunstige situaties snel tot hoge dichtheden leiden. In Nederland komen zulke gunstige situaties veel voor. In enkele grote Zuid-Hollandse polders met 4000-5000 km watergang is een gemiddelde dichtheid van 15 dieren per kilometer vastgesteld; 51 gemerkte dieren verplaatsten zich gemiddeld over 1500 m, met een maximum van 6250 m.
Familie: Muridae
Groep: Knaagdieren