Michelinmannetje

Pycnogonum litorale


Ecologie & verspreiding
Volwassen Michelinmannetjes voeden zich met Zeeanemonen (Cnidaria), in ons land voornamelijk de Zeeanjelier Metridium senile en in mindere mate de Rode paardenanemoon Actinia equina. Elders ook op andere voedselorganismen, waaronder anemonen als Anemonia viridis, Calliactis parasitica en Metridium dianthus. Juveniele dieren voeden zich met hydropoliepen. Ze steken hun zuigsnuit (proboscis) in de prooi en zuigen daarmee lichaamssappen op. Daarmee zijn het parasieten en geen echte predatoren, aangezien ze hun prooi niet doden. Hoewel krabben als de Strandkrab Carcinus maenas) zeespinnen op het menu hebben staan, wordt het Michelinmannetje met rust gelaten, aangezien bepaalde hormonen daarvan het vervellen van de krab kunnen verstoren. Voortplanting vindt plaats in het voorjaar en de zomer, met uitloop in de herfst. Mannetjes klemmen zich aan vrouwtjes vast, direct boven de kop, hetgeen haar stimuleert tot de ei-afzetting uit openingen in de poten. Het mannetje vangt de eieren op, scheidt een stof uit waardoor ze samenkleven en plakt de eiermassa aan de onderkant. De eieren blijven bij het mannetje tot het uitkomen, ca 3 weken later. De dan uitkomende larven (protonymphon-type) vervellen nog diverse keren voor ze de volwassen vorm krijgen. Ook volwassen dieren vervellen nog diverse keren. Het Michelinmannetje is te vinden vanaf het sublitoraal tot diepten van ruim 400 meter. Zo nu en dan ook direct beneden de laagwaterlijn of zelfs in het litoraal (stenen keren). De soort komt voor in koudere zeeën in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, van het Noordpoolgebied via het Kattegat en de Noordzee tot Zuid-Spanje en de Middellandse Zee en leeft ook langs de Atlantische kust van Noord-Amerika. De Nederlandse naam verwijst naar Bibendum, de mascotte van bandenfabrikant Michelin vanwege het relatief bolle gelede lichaam en de lichte kleur.
Familie: Pycnogonidae
© 2024  ANEMOON
Ga naar de volledige website